Einde inhoudsopgave
Aanwijzing wet politiegegevens en de rol van de officier van justitie (2018A004)
16 Rechten van de betrokkene (art. 25 Wpg)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
29-06-2018, Stcrt. 2018, 36060 (uitgifte: 29-06-2018, regelingnummer: 2018A004)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2018, Stcrt. 2018, 36060 (uitgifte: 29-06-2018, regelingnummer: 2018A004)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht / Voorfase
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Een ieder kan schriftelijk verzoeken of er, en zo ja welke politiegegevens over hem of haar verwerking ondergaan en in welke gevallen deze gegevens de afgelopen 4 jaar verstrekt zijn (art. 25 lid 1 Wpg). Het inzagerecht is niet absoluut. De verantwoordelijke kan gevolg geven aan het verzoek (art. 25 lid 1 Wpg) dan wel het verzoek afwijzen (art. 27 lid 1 Wpg) indien het onthouden van kennisneming noodzakelijk is in het belang van:
- a.
de goede uitvoering van de politietaak (omvat het voorkomen, opsporen en vervolgen van strafbare feiten, de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening)1.;
- b.
gewichtige belangen van derden;
- c.
de veiligheid van de staat.
Het is mede aan het OM om de belangen van opsporing en vervolging te beoordelen.
Voor zover de betreffende politiegegevens door het OM zijn verkregen in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek of onderzoek dat in een strafdossier of langs geautomatiseerde weg door het OM is verwerkt, zijn art. 30 e.v. Sv voor de verdachte en art. 51b Sv voor het slachtoffer, en de Wjsg (artt. 39e, f en i Wjsg) voor de gewezen verdachte of veroordeelde eveneens van toepassing (zie paragraaf 3). Verzoeken om kennisneming, die ook aan het OM zijn gericht, worden daarom in ieder geval afgestemd met het OM2.. Voor wat betreft politiegegevens die ten behoeve van een lopend strafrechtelijk onderzoek met een art. 9 Wpg doel worden verwerkt, is de zaaksofficier van justitie het aanspreekpunt. De privacymedewerker van het betreffende OM-onderdeel is aanspreekpunt voor de Wjsg-gevallen.
Uit de systematiek van de Wpg vloeit voort dat de verantwoordelijke zijn beslissing neemt in afstemming met de bevoegd functionaris. De bevoegd functionaris raadpleegt de officier van justitie. Voor de politiegegevens die anders dan in de hiervoor genoemde situaties ten behoeve van een art. 9 doel zijn of worden verwerkt, neemt de bevoegd functionaris contact op met de betreffende officier van justitie die als aanspreekpunt is genoemd in paragraaf 7. Voor gegevens die zijn verwerkt met een art. 10 lid 1, onder a Wpg doel neemt de bevoegd functionaris contact op met de CI-officier van justitie, voor gegevens die zijn verwerkt met een art. 10 lid 1, onder b doel met de officier van justitie belast met mensenhandel en -smokkel dan wel de officier van justitie belast met terrorisme.
Voetnoten
Verzoeken die zijn gebaseerd op de Wet Openbaarheid van bestuur en die zien op politiegegevens die niet vallen onder de Wjsg en zijn verwerkt met een art. 9 of 10 Wpg doel, dienen ook te worden afgestemd.