Einde inhoudsopgave
Verzamelwet sociale verzekeringen 2007
Artikel XIV Wijziging van de Ziektewet
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2006
- Bronpublicatie:
30-11-2006, Stb. 2006, 703 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30682)
- Inwerkingtreding
23-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2006, Stb. 2006, 704 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 11a vervalt ‘in artikel 82, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen bedoeld risico dan wel het’.
- Aa.
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het tweede lid, onderdeel d, onder 1°, wordt ‘in verband met het verstrijken van de uitkeringsduur’ vervangen door: op grond van artikel 20, eerste lid, onderdeel a, b, d of e, van de Werkloosheidswet.
- 2.
Onder vernummering van het elfde lid tot twaalfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
11
Het tweede lid, onderdeel d, is niet van toepassing indien onderdeel e of f van dat lid van toepassing is.
- B.
Artikel 29b wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid, onderdeel c, sub 2, komt te luiden:
- 2°
alsmede op de eerste dag van dertien weken voorafgaand aan die dag geen dienstbetrekking had met een andere dan zijn eigen werkgever, tenzij de dienstbetrekking met die andere werkgever reeds bestond op de eerste dag van de wachttijd.
- 2.
Het derde lid komt te luiden:
3
De werknemer:
- a.
die voorafgaand aan zijn dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, 4 of 5, recht had of heeft gehad op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
- b.
die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening, of
- c.
wiens dienstbetrekking, bedoeld in artikel 3, 4 of 5, is aangevangen voordat zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten ontstond, omdat die dienstbetrekking is aangevangen voordat hij achttien jaar werd,
heeft vanaf de eerste dag van zijn ongeschiktheid tot werken recht op ziekengeld over perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte die zijn aangevangen na aanvang van de dienstbetrekking. Het recht op ziekengeld van de werknemer, bedoeld in onderdeel c, ontstaat niet eerder dan zijn recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
- 3.
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt op verzoek van de werknemer of de persoon die verwacht een dienstbetrekking met een werkgever te zullen aangaan een verklaring of de aanvrager naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van het eerste lid, onderdeel d of e.
- C.
Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid, onderdelen o en p, wordt ‘het reïntegratieplan, bedoeld in artikel 30a, derde lid, van die wet’ vervangen door: het re-integratieplan, bedoeld in artikel 30a, derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
- 2.
Het achtste lid komt te luiden:
8
Indien aan de persoon, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdeel d, aanhef en onder 1°, in de eerste dertien weken van zijn ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte een maatregel op grond van artikel 27, vierde lid, van de Werkloosheidswet is opgelegd, wordt de beschikking waarbij die maatregel is opgelegd vanaf de eerste dag van de veertiende week van zijn ongeschiktheid of zoveel eerder als de uitkering op grond van de Werkloosheidswet eindigt op grond van het bepaalde in artikel 20, eerste lid, onderdelen a, b, d of e, van de Werkloosheidswet, geacht gebaseerd te zijn op het eerste lid.
- D.
Na artikel 45h wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 45i
Indien voor het vaststellen van het recht op ziekengeld op grond van deze wet, in het kader van een ziekmelding voor de toekenning van ziekengeld op grond van deze wet, naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een medisch onderzoek nodig is en de betrokkene niet meewerkt aan dat onderzoek, blijven eventuele uit deze wet voortvloeiende aanspraken op ziekengeld op grond van deze wet buiten beschouwing, voor zolang het recht op ziekengeld niet kan worden vastgesteld.
- E.
Artikel 52e, vierde lid, vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid.
- F.
Artikel 63a, zevende lid, komt te luiden:
7
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.
- G.
Artikel 64, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
- b.
die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
- H.
Artikel 76, onderdeel a, komt te luiden:
- a.
in dienst zijn van staat, provincie, gemeente, waterschap of enig ander publiekrechtelijk lichaam; en.
- I.
In artikel 76e, zesde lid, wordt ‘de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid’ vervangen door ‘de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden’ en wordt ‘aan die persoon’ vervangen door ‘aan die personen’.
- Ia.
In artikel 86a wordt ‘artikel 29, elfde lid’ vervangen door: artikel 29, twaalfde lid.
- J.
In artikel 90, eerste lid, aanhef, wordt ‘eveneens aangemerkt de persoon die op de dag voorafgaand’ vervangen door: eveneens aangemerkt de persoon die voorafgaand.