Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten
Bijlage II In artikel 4, lid 2, bedoelde projecten
Geldend
Geldend vanaf 17-02-2012
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2015, L 174).
- Bronpublicatie:
13-12-2011, PbEU 2012, L 26 (uitgifte: 28-01-2012, regelingnummer: 2011/92/EU)
- Inwerkingtreding
17-02-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2011, PbEU 2012, L 26 (uitgifte: 28-01-2012, regelingnummer: 2011/92/EU)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Omgevingsrecht / Milieu
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
1. Landbouw, bosbouw en aquacultuur
- a)
Ruilverkavelingsprojecten.
- b)
Projecten voor het gebruik van niet in cultuur gebrachte gronden of seminatuurlijke gebieden voor intensieve landbouw.
- c)
Waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden, met inbegrip van irrigatie- en droogleggingsprojecten.
- d)
Eerste bebossing en ontbossing met het oog op omschakeling naar een ander bodemgebruik.
- e)
Intensieve veeteeltbedrijven (voor zover niet in bijlage I opgenomen).
- f)
Intensieve aquacultuur van vis.
- g)
Landwinning in zee.
2. Extractieve bedrijven
- a)
Steengroeven, dagbouwmijnen en turfwinning (niet onder bijlage I vallende projecten).
- b)
Ondergrondse mijnbouw.
- c)
Winning van mineralen door afbaggering van de zee- of rivierbodem.
- d)
Diepboringen, met name:
- i)
geothermische boringen,
- ii)
boringen in verband met de opslag van kernafval,
- iii)
boringen voor watervoorziening,
met uitzondering van boringen voor het onderzoek naar de stabiliteit van de grond.
- e)
Oppervlakte-installaties van bedrijven voor de winning van steenkool, aardolie, aardgas, ertsen en bitumineuze schisten.
3. Energiebedrijven
- a)
Industriële installaties voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water (niet onder bijlage I vallende projecten).
- b)
Industriële installaties voor het transport van gas, stoom en warm water; transport van elektrische energie via bovengrondse leidingen (niet onder bijlage I vallende projecten).
- c)
Bovengrondse opslag van aardgas.
- d)
Ondergrondse opslag van gasvormige brandstoffen.
- e)
Bovengrondse opslag van fossiele brandstoffen.
- f)
Industrieel briketteren van steenkool en bruinkool.
- g)
Installaties voor de behandeling en de opslag van radioactief afval (niet onder bijlage I vallende projecten).
- h)
Installaties voor de productie van hydro-elektrische energie.
- i)
Installaties voor de winning van windenergie voor de energieproductie (windturbineparken).
- j)
Installaties voor het afvangen van CO2-stromen met het oog op geologische opslag overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EG afkomstig van installaties die niet onder bijlage I bij deze richtlijn vallen.
4. Productie en verwerking van metalen
- a)
Installaties voor de productie van ruwijzer of staal (primaire of secundaire smelting), met inbegrip van continugieten.
- b)
Installaties voor verwerking van ferrometalen door:
- i)
warmwalsen,
- ii)
smeden met hamers,
- iii)
het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal.
- c)
Smelterijen van ferrometalen.
- d)
Installaties voor het smelten, met inbegrip van het legeren, van non-ferrometalen, met uitzondering van edele metalen, inclusief terugwinningsproducten (affineren, vormgieten enz.).
- e)
Installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaal door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé.
- f)
Motorvoertuigfabrieken en –assemblagebedrijven en fabricage van motoren van motorvoertuigen.
- g)
Scheepswerven.
- h)
Installaties voor de bouw en reparatie van luchtvaartuigen.
- i)
Spoorwegmaterieelfabrieken.
- j)
Uitstampen door middel van springstoffen.
- k)
Installaties voor het roosten en sinteren van ertsen.
5. Minerale industrie
- a)
Cokesovenbedrijven (droge distillatie van steenkool).
- b)
Installaties voor de vervaardiging van cement.
- c)
Installaties voor de winning van asbest en de fabricage van asbestproducten (niet onder bijlage I vallende projecten).
- d)
Installaties voor de fabricage van glas, met inbegrip van glasvezels.
- e)
Installaties voor het smelten van minerale stoffen, met inbegrip van installaties voor de fabricage van mineraalvezels.
- f)
Fabricage van keramische producten door middel van bakken, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein.
6. Chemische industrie (niet onder bijlage I vallende projecten)
- a)
Behandeling van tussenproducten en vervaardiging van chemicaliën.
- b)
Productie van bestrijdingsmiddelen en farmaceutische producten, verven en vernissen, elastomeren en peroxiden.
- c)
Opslagruimten voor aardolie, petrochemische en chemische producten.
7. Voedings- en genotmiddelenindustrie
- a)
Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten.
- b)
Conservenfabrieken voor dierlijke en plantaardige producten.
- c)
Zuivelfabrieken.
- d)
Bierbrouwerijen en mouterijen.
- e)
Suikerwaren- en siroopfabrieken.
- f)
Installaties voor het slachten van dieren.
- g)
Zetmeelfabrieken.
- h)
Vismeel- en visoliefabrieken.
- i)
Suikerfabrieken.
8. Textiel-, leder-, hout- en papierindustrie
- a)
Industriële installaties voor de fabricage van papier en karton (niet onder bijlage I vallende projecten).
- b)
Installaties voor de voorbehandeling (zoals wassen, bleken, merceriseren) of het verven van vezels of textiel.
- c)
Installaties voor het looien van huiden.
- d)
Installaties voor het produceren en bewerken van celstof.
9. Rubberverwerkende industrie
Vervaardiging en behandeling van producten op basis van elastomeren.
10. Infrastructuurprojecten
- a)
Industrieterreinontwikkeling.
- b)
Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen.
- c)
Aanleg van spoorwegen en faciliteiten voor de overlading tussen vervoerswijzen en van overladingsstations (niet onder bijlage I vallende projecten).
- d)
Aanleg van vliegvelden (niet onder bijlage I vallende projecten).
- e)
Aanleg van wegen, havens en haveninstallaties, met inbegrip van visserijhavens (niet onder bijlage I vallende projecten).
- f)
Aanleg van waterwegen (projecten die niet zijn opgenomen in bijlage I), werken inzake kanalisering en ter beperking van overstromingen (floodrelief werken).
- g)
Stuwdammen en andere installaties voor het stuwen of voor de lange termijn opslaan van water (niet onder bijlage I vallende projecten).
- h)
Trams, boven- en ondergrondse spoorwegen, zweefspoor en dergelijke bijzondere constructies, welke uitsluitend of overwegend voor personenvervoer zijn bestemd.
- i)
Olie- en gaspijpleidingsinstallaties en pijpleidingen voor het vervoer van CO2-stromen ten behoeve van geologische opslag (projecten die niet zijn opgenomen in bijlage I).
- j)
Aanleg van aquaducten over lange afstand.
- k)
Kustwerken om erosie te bestrijden en maritieme werken die de kust kunnen wijzigen door de aanleg van onder meer dijken, pieren, havenhoofden, en andere kustverdedigingswerken, met uitzondering van het onderhoud en herstel van deze werken.
- l)
Niet in bijlage I opgenomen werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater.
- m)
Niet in bijlage I opgenomen projecten voor de overbrenging van water tussen stroomgebieden.
11. Andere projecten
- a)
Permanente race- en testbanen voor gemotoriseerde voertuigen.
- b)
Installaties voor de verwijdering van afval (niet onder bijlage I vallende projecten).
- c)
Rioolwaterzuiveringsinstallaties (niet onder bijlage I vallende projecten).
- d)
Slibstortplaatsen.
- e)
Opslag van schroot, met inbegrip van autowrakken.
- f)
Testbanken voor motoren, turbines of reactoren.
- g)
Installaties voor de vervaardiging van kunstmatige minerale vezels.
- h)
Installaties voor de terugwinning of vernietiging van explosieve stoffen. i) Vilderijen.
12. Toerisme en recreatie
- a)
Skihellingen, skiliften, kabelbanen en bijbehorende voorzieningen.
- b)
Jachthavens.
- c)
Vakantiedorpen en hotelcomplexen buiten stedelijke zones met bijbehorende voorzieningen.
- d)
Permanente kampeer- en caravanterreinen.
- e)
Themaparken.
13
- a)
Wijziging of uitbreiding van projecten opgesomd in bijlage I of in deze bijlage waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd en die aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben (niet in bijlage I opgenomen wijziging of uitbreiding).
- b)
Projecten opgesomd in bijlage I die uitsluitend of hoofdzakelijk dienen voor het ontwikkelen en beproeven van nieuwe methoden of producten en die niet langer dan twee jaar worden gebruikt.