RvdW 2023/346:Herziening. Belediging van ambtenaren (art. 266 lid 1 jo. 267 lid 2 Sr), lokaalvredebreuk (art. 139 Sr) en vernieling (art. 350 Sr). Aangevoerd wordt dat sprake is van een gegeven a.b.i. art. 457 lid 1 sub c Sv op de grond dat ernstige vermoeden bestaat dat hof niet de ISD-maatregel zou hebben opgelegd als het kennis had genomen van datum van reclasseringsadvies, zich consequentie van die datum had gerealiseerd, zich had gerealiseerd dat geen rapport was opgemaakt met betrekking tot weigering van verdachte om medewerking te verlenen aan onderzoek dan wel zich had gerealiseerd dat geen ander rapport ter onderbouwing van maatregel was opgemaakt. In aanvraag wordt miskend dat onder ‘een minder zware strafbepaling’ in de zin van art. 457 lid 1 sub c Sv moet worden verstaan een strafbepaling die een minder zware straf bedreigt. Oplegging door rechter van andere (minder zware) sanctie of achterwege laten van oplegging van sanctie valt daar niet onder. Afwijzing aanvraag. Vervolg op RvdW 2022/739.