Revindicatoire aanspraken op giraal geld
Einde inhoudsopgave
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/1.1.3:1.1.3 Probleemstelling
Revindicatoire aanspraken op giraal geld (R&P nr. FR3) 2009/1.1.3
1.1.3 Probleemstelling
Documentgegevens:
B. Bierens, datum 23-03-2009
- Datum
23-03-2009
- Auteur
B. Bierens
- JCDI
JCDI:ADS587573:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De verschillen zijn niet uitsluitend te verklaren door de uiteenlopende feiten die aan de arresten ten grondslag liggen. Er lijkt meer aan de hand. Naar mijn mening ligt de oorzaak van het probleem besloten in de vooronderstelling dat rechtsverhoudingen in het girale betalingsverkeer uitsluitend verbintenisrechtelijk van aard zijn. Het vraagt een soms nauwelijks navolgbare inventiviteit om arresten waar het in essentie gaat om de goederenrechtelijke vraag aan wie een vermogensbestanddeel toebehoort en wie daarop verhaal mag nemen, te voorzien van een sluitende verbintenisrechtelijke motivering.
In deze studie zal ik daarom onderzoeken of een meer goederenrechtelijke benadering van het girale betalingsverkeer tot passende oplossingen kan leiden. Hier, in deze inleiding, volsta ik met een stelling: revindicatoire aanspraken op giraal geld zijn niet wezensvreemd aan de aard van het girale betalingsverkeer, passen in het vermogensrechtelijk systeem en vormen een onmisbaar instrument bij het reguleren van verhaal op giraal geld. Deze stelling, die haaks staat op de heersende leer, wordt in de volgende hoofdstukken beargumenteerd.