Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/574
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf. Mondelinge behandeling aangehouden voor contra-expertise. Overschrijding beslistermijn? (HR 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2016, NJ 2016/475.)
HR 04-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:683
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
18/00218
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F.  Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:683, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf. Mondelinge behandeling aangehouden voor contra-expertise. Overschrijding beslistermijn? (HR 2 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2016, NJ 2016/475.)
Partij(en)
4 mei 2018
Eerste Kamer
18/00218
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[betrokkene] ,wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. C. Reijntjes-Wendenburg,
t e g e n
de OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT MIDDEN-NEDERLAND,zetelende te Utrecht,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.