Einde inhoudsopgave
RvdW 2001, 76
Arbeidsovereenkomst; geen arbeid, wel loon; voor werkgever komende oorzaak; oordeel bedrijfsvereniging.
HR 06-04-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB0904 (Van Kesteren/Rabobank)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 april 2001
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/197HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AB0904
- Roepnaam
Van Kesteren/Rabobank
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB0904, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑04‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB0904, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2001
- Wetingang
BW art. 7:628
Essentie
Arbeidsovereenkomst; geen arbeid, wel loon; voor werkgever komende oorzaak; oordeel bedrijfsvereniging.
Nu het hier betreft een werknemer die, zichzelf niet ongeschikt achtend om het eigen werk te verrichten, zich bereid heeft verklaard dit werk te verrichten en die achteraf blijkt inderdaad niet ongeschikt voor het eigen werk te zijn geweest, behoort de (achteraf gebleken) onjuistheid van het oordeel van de GMD ten aanzien van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer voor rekening van de werkgever te komen. Deze regel geldt ook indien de werknemer zijn visie op zijn geschiktheid op geen enkele wijze medisch heeft onderbouwd.
Samenvatting
In deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.