Einde inhoudsopgave
Voorlopige hechtenis in het Nederlandse jeugdstrafrecht (Meijers-reeks) 2017/2.4
2.4 Europese waarborgen tegen onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming
mr. drs. Y.N. van den Brink, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. drs. Y.N. van den Brink
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Ondanks dat de minderjarige in deze bepaling niet uitdrukkelijk wordt genoemd, brengt de term ‘een ieder ’ met zich mee dat ook minderjarigen de volledige bescherming van artikel 5 EVRM genieten. Zie EHRM 28 november 1988, Series A. Nr. 144 (Nielsen t. Denemarken), par. 58. Zie ook Liefaard 2008, p. 178 en 182.
Dit is uitdrukkelijk overwogen door het EHRM in o.m.: EHRM 24 oktober 1979, Series A. Nr. 33 (Winterwerp t. Nederland), par. 42; EHRM 24 november 1994, Series A. Nr. 296-C (Kemmache t. Frankrijk), par. 42; en EHRM 29 januari 2008, Appl. Nr. 13229/03 (Saadi t. Verenigd Koninkrijk), par. 66-74. Zie hierover: Liefaard 2008, p. 179-185; Jacobs, White & Ovey 2010, p. 212-213.
Evenals het IVRK en het IVBPR, bevat ook het EVRM een bepaling die de minderjarige bescherming biedt tegen onrechtmatige en willekeurige vrijheidsbeneming. Artikel 5, eerste lid EVRM bepaalt dat een ieder recht heeft op vrijheid en veiligheid van zijn persoon.1 Het eerste lid van deze bepaling schrijft voorts voor dat niemand zijn vrijheid mag worden ontnomen, behalve in de gevallen die in de onderhavige bepaling zijn opgesomd en uitsluitend indien dit overeenkomstig een wettelijk voorgeschreven procedure geschiedt. Deze limitatief opgesomde gevallen betreffen kortweg: (a) rechtmatige detentie na strafrechtelijke veroordeling, (b) rechtmatige arrestatie of detentie wegens het niet voldoen aan een rechterlijk bevel of een wettelijke verplichting, (c) rechtmatige arrestatie en detentie van een verdachte van een strafbaar feit teneinde hem voor de rechter te brengen, (d) rechtmatige detentie van een minderjarige met het doel toe te zien op zijn opvoeding, (e) rechtmatige detentie van zieken, verslaafden en landlopers en (f) rechtmatige detentie van vreemdelingen om onrechtmatige toegang tot het land te beletten of hangende een uitwijzings- of uitleveringsprocedure. De belangrijkste onderliggende doelstelling van artikel 5, eerste lid EVRM is het voorkomen van willekeurige vrijheidsbeneming.2
2.4.1 Een tweeledig rechtmatigheidsvereiste2.4.2 Willekeur2.4.3 Voorlopige hechtenis en artikel 5 EVRM2.4.4 Voorlopige hechtenis van minderjarigen; uiterste maatregel en zo kort mogelijk