Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciaal Tribunaal voor Libanon
Artikel 28 Afstand van de in de artikelen 17, 18, 19, 21, 22, 23, 24, 25 en 26 voorziene voorrechten, immuniteiten en faciliteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2009
- Bronpublicatie:
21-12-2007, Trb. 2008, 12 (uitgifte: 14-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2009, Trb. 2009, 55 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
De in de artikelen 17, 18, 19, 21, 22, 23, 24, 25, en 26 van dit Verdrag voorziene voorrechten, immuniteiten en faciliteiten worden toegekend in het belang van het Tribunaal en niet voor het persoonlijk gewin van de betrokkenen zelf. Het recht en de verplichting afstand te doen van immuniteiten in gevallen waarin afstand kan worden gedaan zonder afbreuk te doen aan het doel waarvoor zij zijn toegekend, berust:
- a.
kantoor van de verdediging en de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding, bij de Secretaris-Generaal in overleg met de President;
- b.
in het geval van leden van het personeel, lokaal geworven personeel, stagiair(e)s en de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding, bij de Griffier;
- c.
in het geval van getuigen, slachtoffers, deskundigen, overige personen wier aanwezigheid op de zetel van het Tribunaal vereist is, raadslieden en personen die de verdediging bijstaan, en de gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouding, bij de President.