Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.3.1.2:24.3.1.2 Zelfstandig
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.3.1.2
24.3.1.2 Zelfstandig
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370567:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 22 december 1993, nr. 29 317, BNB 1994/71, HR 1 september 1999, nr. 34 505, BNB 1999/440 en Hof Amsterdam 16 december 1999, nr. 98/4939, V-N 2000/17.1.3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wanneer eenmaal vaststaat dat een personenvennootschap een entiteit (eenieder) is, dan levert de vraag of de personenvennootschap zelfstandig is, doorgaans weinig problemen op. Wel is in het kader van de bestrijding van constructies met onroerende zaken en investeringsgoederen de vraag aan de orde geweest of onder omstandigheden een commanditaire vennootschap te “vereenzelvigen” is met de vennoten.1 De vraag naar de eventuele vereenzelviging is echter geen element van de vraag naar de “zelfstandigheid” van een vennootschap, maar een element van de vraag of de vennootschap een van de vennoten te onderscheiden entiteit is (zie deel III, hoofdstuk 14, paragraaf 14.2). De Hoge Raad heeft telkenmale geoordeeld dat een CV een afzonderlijke rechtsfiguur is, die op eigen naam aan het economische verkeer kan deelnemen en van de vennoten moet worden onderscheiden. Zie over de (on)zelfstandigheid van contractuele samenwerkingsverbanden, deel III, hoofdstuk 14, paragraaf 14.2.