Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/393
393 Kantonzaken (die niet de openbare orde of met de openbare orde vergelijkbare consumentenzaken betreffen)
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691670:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
In geschillen met een relatief kleine geldvordering kan het honorarium van een rechtsbijstandverlener voor verweerder hoger zijn dan het gevorderde bedrag. In het regeerakkoord van december 2021 worden de griffierechten voor burgers en het midden- en kleinbedrijf per 1 januari 2024 in alle instanties (met uitzondering van de vorderingen van meer dan € 100.000) met 25% verlaagd.
Het ontbreken van verplichte procesvertegenwoordiging is één van de argumenten in het bestuursrecht dat de rechter bevoegd moet zijn feiten aan te vullen. Aanvullen van de feitelijke grondslag geldt in Caribisch Nederland al sinds 1918, vooral bedoeld voor bescherming van een juridisch ondeskundige partij aangezien er mag worden geprocedeerd zonder rechtsbijstand (Lock 2019b).
De meeste onderzoeken betreffen de beweegredenen voor eisers om niet te procederen; verweerders met een (bevrijdend) verweer zijn een vergeten groep. Wel verscheen een onderzoek van het WODC over o.m. verweerders die al of niet verschijnen (Ebenau 2021).
Equality of arms raakt ook een publiek belang. Zie Van der Kraats 2017 en Hartlief 2022.
EHRM 27 oktober 1993, ECLI:NL:XX:1993:AD1977, NJ 1994/534 met nt. EJD en HJS (Dombobeheer).
De rechter zou verweerder ook kunnen adviseren juridische bijstand te nemen in een procedure; hij kan de procedure schorsen (Zie bijv. EHRM 16 februari 2016, EHRC 2016/141, afl. 7, 2016 nr. 72850/14 (kinderbeschermingszaak)).
Huydecoper betoogt een en ander in het kader van de stelplicht voor eiser (Huydecoper 2002).
Volgens de Memorie van Toelichting bij het Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht is het de rechter eerder toegestaan het partijdebat bij te sturen indien een natuurlijk persoon zonder professionele bijstand bij de rechter verschijnt.
Sommige auteurs zijn van mening dat kwesties als mogelijke verjaring nimmer ambtshalve aan de orde mogen worden gesteld (Van Schaick 2017). Stelt de rechter vast dat de overeenkomst waarvan eiser nakoming vordert vernietigbaar is, en heeft verweerder daarop geen beroep gedaan, dan acht Lock dat onbevredigend, omdat daardoor het proces van waarheidsvinding geweld wordt aangedaan (JBPr 2017/24 met nt. F.J.P. Lock).
Dit begrip behelst de ervaren rechtvaardigheid, los van de uitkomst (zie hierover Verschoof 2019). Zie ook Grootelaar, Hulst & Van den Bos 2019/3, Dammingh & Ernste 2014 en Asser Procesrecht/Giesen 1 2015/68.
De Groot 2012, par. 5.1 e.v.
Van der Kraats 2020, p. 79 e.v. Voorspelbaarheid en informatieverschaffing zijn van directe invloed op de kwaliteitsbeleving (Van Dijk, Van der Kraats & Verkerk 2012).
Het vrijwillige karakter van art. 96 Rv blijkt een struikelblok te zijn. Zie ook Van der Kraats 2019b. Daarom worden wat betreft laagdrempelige procedures experimenten voorgesteld in de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging (op 2 juli 2020 is deze wet in het Staatsblad (Stb. 2020, 223) gepubliceerd).
In kantonzaken zijn justitiabelen niet verplicht een advocaat in te schakelen (art. 79 Rv);1 verweerders procederen met een gemachtigde of in persoon2 en verweer kan mondeling worden gevoerd (art. 82 lid 2 Rv). In een kantonzaak kan een verweerder als gevolg van economische- en/of (rechts)kennisachterstand niet in staat zijn een beroep te doen op een bevrijdend verweer dat gehonoreerd zou kunnen worden.3 Strikte toepassing van de partijautonomie maakt in dat geval het voeren van een bevrijdend verweer illusoir,4 terwijl een uitspraak tot stand moet komen met inachtneming van het beginsel van equality of arms.5 Iedere procespartij moet een redelijke kans hebben haar standpunt uiteen te zetten, onder omstandigheden die de ene partij niet in een duidelijk nadeliger positie brengen ten opzichte van haar wederpartij.6 Verweerder heeft recht op effectieve rechtsbescherming. Het recht op toegang tot het recht (art. 6 EVRM) mag voor verweerder met een bevrijdend verweer niet worden bemoeilijkt. De rechter mag m.i. niet overspannen eisen stellen aan de stelplicht, onderbouwing en bewijsaandraagplicht van een bevrijdend verweer; de algemene regels van bewijsrecht moeten met enige souplesse worden toegepast indien verweerder in persoon procedeert. Verweerder kan worden uitgenodigd zich nader te verklaren omtrent door hem vermelde feiten (art. 22 Rv).7 Partijen hebben er recht op dat het geschil zoals zij dat aan de rechter voorleggen, inhoudelijk wordt beoordeeld.8 Het is een maatschappelijk belang dat de rechter een volledig dossier heeft waarop hij een verantwoorde beslissing kan nemen. Een compleet debat zal de acceptatiegraad van de beslissing verhogen.
De rechter mag niet ambtshalve aanvullen en toepassen. De rechter mag m.i. wel in kantonzaken ongelijke verhoudingen recht trekken (ongelijkheidscompensatie) en verweerder voldoende ruimte geven om zijn standpunt (met betrekking tot een bevrijdend verweer) voor het voetlicht te brengen. Om een goede rechtsbedeling te waarborgen, is verdedigbaar dat de rechterlijke activiteit in kantonzaken ruim mag worden opgevat zodat een verweerder zich als een gelijkwaardige wederpartij kan opstellen; zeker wanneer daarvoor aanknopingspunten zijn te vinden in de processtukken en/of in het mondeling verweer, die wijzen op een bevrijdend verweer.9 Opmerkingen zoals ‘er is hierover al eerder geprocedeerd’, ‘die schuld is van lang geleden’, ‘ik kon er niets aan doen’ of ‘ik ben er in getuind’10 moeten dus door de rechter worden opgepakt. De rechter mag vragen stellen, bijsturen en bespreken. Na bespreking kan de betreffende partij indien zij dat wil haar grondslag aanvullen. Procedurele rechtvaardigheid zal moeten worden nagestreefd;11 een partij moet niet alleen het gevoel hebben dat is geluisterd naar wat zij te vertellen had, maar ook dat zij invloed heeft kunnen uitoefenen op de uitkomst van de procedure.12 Het vergroot het vertrouwen in rechters en daarmee de legitimiteit van de rechterlijke uitspraak. Verweerders verwachten dat zij in aanwezigheid van de wederpartij hun verhaal kunnen doen aan de kantonrechter; zij verwachten een inhoudelijke zitting;13 zij verwachten zeker niet alle andere naar de rolzitting opgeroepen verweerders. Bij zaken die ter vrije bepaling van partijen staan, zijn op basis van art. 96 Rv (kantonzaken) snelle, goedkope en laagdrempelige procedures geïntroduceerd, gericht op het vinden van een oplossing na het ontstaan van een geschil (buurtrechters, regelrechters etc).14