Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/391:391 Inleiding
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/391
391 Inleiding
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691499:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Eiser zal in de dagvaarding moeten voldoen aan de waarheids- en volledigheidsplicht van art. 21 Rv, de substantiëringsplicht en de bewijsaandraagplicht van art. 111 lid 3 Rv. Eiser dient alle feiten te stellen die nodig zijn voor het intreden van het door hem beoogde rechtsgevolg. Gaat het om rechtsregels die ter vrije bepaling van partijen staan, regelend recht en dwingend recht dat niet van openbare orde is, dan is de rechter in beginsel afhankelijk van een uitdrukkelijk gedaan beroep daarop door verweerder. Verweermiddelen mogen in beginsel niet ambtshalve door de rechter worden toegepast, zelfs al zou in de gedingstukken zijn te lezen dat een bepaald bevrijdend verweer ingezet had kunnen worden. Onderscheid zal worden gemaakt tussen procedures waar een verplichting bestaat tot rechtsbijstand en procedures waar die verplichting niet bestaat.