NJ 2019/395
Curaçaose zaak. Ondernemingsrecht. Enquêterecht (art. 2:270-286 BWC); wanbeleid; overgangsrecht. Concordantiebeginsel; reikwijdte onderzoek; kan onderzoek ook andere bezwaren omvatten dan die waarop oordeel berust dat voldoende blijkt van gegronde redenen voor twijfel aan juist beleid (art. 2:274 lid 1 BWC)?
HR 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:316, m.nt. G. van Solinge
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 maart 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/01671
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Noot
G. van Solinge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS91765:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Staatsrecht / Staatsinrichting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:316, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2018
- Wetingang
Art. 2:344-2:359 BW; art. 2:270-2:286 BWC
Essentie
Curaçaose zaak. Ondernemingsrecht. Enquêterecht (art. 2:270-286 BWC); wanbeleid; overgangsrecht. Concordantiebeginsel; reikwijdte onderzoek; kan onderzoek ook andere bezwaren omvatten dan die waarop oordeel berust dat voldoende blijkt van gegronde redenen voor twijfel aan juist beleid (art. 2:274 lid 1 BWC)?
Samenvatting
Vervolg van HR 11 november 2016, NJ 2017/75, m.nt. P. van Schilfgaarde.
In HR 6 juli 2018,NJ 2019/394 (Aqualectra), is overwogen dat voor alle bepalingen van het op 1 januari 2012 in werking getreden enquêterecht van het BWC de hoofdregel van onmiddellijke werking geldt en dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.