Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
7.1.2 Gezinsleden
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, Stcrt. 2021, 14603 (uitgifte: 31-03-2021, regelingnummer: WBV 2021/4)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, Stcrt. 2021, 14603 (uitgifte: 31-03-2021, regelingnummer: WBV 2021/4)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Als gezinsleden in verband met artikel 64 Vw worden aangemerkt:
- •
echtgenoten en (geregistreerde) partners en hun minderjarige kinderen of minderjarige kinderen uit een eerste of eerder huwelijk;
- •
de meerderjarige kinderen die feitelijk tot het gezin behoren en in het land van herkomst al behoorden tot het gezin.
Een uitzondering op de definitie van gezinsleden volgt als er sprake is van het achterwege laten van de uitzetting van een minderjarig kind. Als gezinsleden worden dan aangemerkt:
- •
de (stief/pleeg)ouders van het minderjarige kind;
- •
de minderjarige (stief)broers en zussen van het minderjarige kind;
- •
de meerderjarige broers en zussen die feitelijk behoren tot het gezin en in het land van herkomst al behoorden tot het gezin van de (stief/pleeg)ouders.
Voor de wijze waarop de familierechtelijke relatie en het feitelijke behoren tot het gezin wordt aangetoond, wordt verwezen naar paragraaf C2/4.1.2 Vc. In het kader van deze regeling hoeven officiële bewijsmiddelen waarmee de familierechtelijke relatie wordt aangetoond, niet gelegaliseerd te zijn door de Minister van Buitenlandse Zaken.
Het verlenen van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw doet zich niet eerder voor dan vanaf het moment waarop de rechtsplicht ontstaat Nederland te verlaten. Uitzondering hierop is de ambtshalve toets die de IND uit kan voeren in de parallelle procedure (zie paragraaf A3/7.2.3 Vc).