Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.3.2.2:24.3.2.2 De vastgoed-CV als belastingplichtige
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.3.2.2
24.3.2.2 De vastgoed-CV als belastingplichtige
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370534:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie over de vraag of de passieve verhuur van onroerend goed als een beroep of bedrijf dan wel als beroeps- of bedrijfshandeling als bedoeld in het voorgestelde art. 7:801 lid 1 BW is aan te merken paragrafen 24.2.3.1 en 24.2.7.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In paragraaf 24.2.7 heb ik aangegeven dat een vastgoed-CV in de kern een beleggingsvehikel is. De belangrijkste vraag die zich bij vastgoedfondsen voordoet is, of de CV, danwel de beherend vennoot als belastingplichtige voor de btw is aan te merken.
Het vastgoed van een als CVR vormgegeven vastgoed-CV behoort juridisch toe aan de CVR. Een vastgoed-CV met rechtspersoonlijkheid is mijns inziens op grond van art. 9 lid 1 Btw-richtlijn (ex art. 4 lid 2 Zesde richtlijn, vgl. art. 7 lid 2 onderdeel b Wet OB) aan te merken als een belastingplichtige, indien de CVR vastgoed exploiteert (verhuurt).1 De beheerder verricht de handelingen voor de CVR (hij vertegenwoordigt de CVR, geeft hem “handen en voeten). Dit is niet anders dan in het geval van een conventionele CV (een CV, die een onderneming drijft). Ook in die situatie nemen alleen de beherende vennoten de handelingen van de CV voor hun rekening. De vraag hoe moet worden omgegaan met de vergoeding, die de beheerder voor zijn activiteiten ontvangt, is een vraag naar het object van heffing (zie hierover hoofdstuk 23, paragraaf 23.4.7.4).
Het vastgoed van een als CV vormgegeven fonds behoort juridisch toe aan de vennoten (er is sprake van een gebonden gemeenschap). De bewaarder houdt de eigendom van het vastgoed ten titel van bewaring. De beheerder verricht de handelingen voor de CV. De gedachte dringt zich op dat een vastgoed-CV zonder rechtspersoonlijkheid niet de feitelijke beschikkingsmacht bezit ten aanzien van het vastgoed in het fonds. De beheerder is – met toestemming van de bewaarder – in staat te beschikken over het vastgoed. Ook hier zie ik geen principieel verschil met conventionele CV’s. De vennoten vormen de vennootschap. Een CV kan alleen beschikkingsmacht over goederen hebben, indien de vennoten die voor haar nemen. Een andere visie zou ertoe leiden dat een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, in btw-technische zin nimmer goederen zou kunnen kopen of leveren (zij zou de “macht om als een eigenaar te beschikken” in de zin van art. 14 lid 1 Btw-richtlijn (ex art. 5 lid 1 zesde richtlijn, vgl. art. 3 lid 1 onderdeel a Wet OB) niet over kunnen dragen). Dit is nu juist, getuige het reeds aangehaalde Heerma-arrest, niet het geval. Een vastgoed-CV zonder rechtspersoonlijkheid is mijns inziens dan ook btw-technisch eigenaar van het daarin ondergebrachte vastgoed en is aan te merken als een belastingplichtige, indien zij het vastgoed exploiteert om er duurzaam opbrengsten uit te verkrijgen.