RvdW 2020/617:Medeplegen aanwezig hebben heroïne en cocaïne in woning verdachte, art. 2 onder C Opiumwet. Hof heeft juistheid stellingen dat verdovende middelen door medeverdachte in woning werden bewaard en dat verdachte vanwege conflict met medeverdachte een week vóór in tll. genoemde datum die woning was ontvlucht en geen sleutel meer had van woning in het midden gelaten. Mede gelet hierop is b.w.v. dat verdachte de verdovende middelen ‘tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad’ ontoereikend gemotiveerd. Daaraan doet niet af de vaststelling dat verdachte op die datum als bewoner van woning stond ingeschreven bij gemeente en verdachte wist dat er cocaïne en heroïne in die woning lagen. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 17/03249, 17/03292 en 17/03328.