Prg. 2018/26
In beginsel kan een meervoudige kamer de mondelinge behandeling niet slechts door één rechter laten plaatsvinden, tenzij bij oproep bepaald en partijen bezwaar kunnen maken.
HR 22-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3259
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/00968
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3259, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1093, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Kan in meervoudige kwestie mondelinge behandeling ten overstaan van één rechter?
In beginsel niet, tenzij dit vooraf en in oproep is bepaald en partijen daarbij gelegenheid hebben gehad daartegen bezwaar te maken.
Samenvatting
Het middel klaagt dat de beslissing van het hof om de mondelinge behandeling ten overstaan van één raadsheer te laten plaatsvinden (in plaats van drie raadsheren), blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, dan wel onvoldoende is gemotiveerd. De kwestie was aanhangig bij de meervoudige kamer van het Hof Den Haag.
In Hoge Raad 31 oktober 2014, NJ 2015/181 (ECLI:NL:HR:2014:3076) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.