Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/153
Onrechtmatige daad. Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Taak advocaat (art. 10a Advocatenwet); rekening houden met belangen van derden?; maatstaf; voorgenomen financiële transactie. Procesrecht. Tussentijds hoger beroep tegen tussenvonnis; evocatie (art. 356 Rv).
HR 17-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:61
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03867
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:61, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:867, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑10‑2018
- Wetingang
Art. 356 Rv; art. 6:162 BW; art.10a Advocatenwet; art. 7.2 Verordening op de advocatuur
Samenvatting
Een advocaat heeft de gerechtvaardigde belangen van zijn cliënt te behartigen en stelt zich daarbij partijdig op (art. 10a lid 1, onder b, Advocatenwet). Onder omstandigheden kan een advocaat gehouden zijn bij zijn dienstverlening aan de cliënt rekening te houden met hem bekende of redelijkerwijs kenbare, gerechtvaardigde belangen van derden die in voor hen nadelige zin zouden kunnen worden geraakt door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.