Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/952
1. Kosten van vernietiging van de inbeslaggenomen illegaal op de markt gebrachte gewasbeschermingsmiddelen op grond van art. 8 lid c WED zijn niet op verdachte te verhalen? 2. Oordeel dat in in casu in redelijkheid voor de strafrechtelijke vervolging van verdachte kon worden gekozen ontbeert een toereikende motivering tegenover het gemotiveerde standpunt ‘dat op grond van het geldende handhavingsbeleid gekozen had moeten worden voor het opleggen van een bestuurlijke boete en niet voor strafvervolging’.
HR 10-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1134
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juli 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en V. van den Brink
- Zaaknummer
17/00118
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1134, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:385, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2018
Essentie
1. Kosten van vernietiging van de inbeslaggenomen illegaal op de markt gebrachte gewasbeschermingsmiddelen op grond van art. 8 lid c WED zijn niet op verdachte te verhalen? 2. Oordeel dat in in casu in redelijkheid voor de strafrechtelijke vervolging van verdachte kon worden gekozen ontbeert een toereikende motivering tegenover het gemotiveerde standpunt ‘dat op grond van het geldende handhavingsbeleid gekozen had moeten worden voor het opleggen van een bestuurlijke boete en niet voor strafvervolging’.
Partij(en)
10 juli 2018
Strafkamer
nr. S 17/00118 E
NA/JHO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.