Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de grensoverschrijdende politiële samenwerking en de samenwerking in strafrechtelijke aangelegenheden
Artikel 23 Inrichting van tijdelijke controleposten
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2006
- Bronpublicatie:
02-03-2005, Trb. 2005, 86 (uitgifte: 18-04-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 175 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat kan een tijdelijke controlelocatie worden ingericht voor zover:
- 1.
op het eigen grondgebied geen geschikte locatie voorhanden is;
- 2.
zulks voor de uitvoering van een grenscontrole als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de SUO noodzakelijk is; en
- 3.
de bevoegde autoriteit van de andere Verdragsluitende Staat in afzonderlijke gevallen toestemming voor de maatregel heeft verleend.
2.
De tijdelijke controlelocatie dient zo dicht mogelijk bij de grens te liggen en mag niet verder dan vijf kilometer van de grenslijn verwijderd zijn.
3.
Aan de toestemming, bedoeld in het eerste lid, kunnen voorwaarden worden verbonden. De maatregel dient op verzoek van de bevoegde autoriteit van de gaststaat gestaakt te worden.
4.
De grenscontrole wordt uitsluitend uitgevoerd overeenkomstig het recht en door de ambtenaren van de Verdragsluitende Staat die de controle als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de SUO heeft gelast. Op tijdelijke controlelocaties dienen evenwel ambtenaren van beide Verdragsluitende Staten aanwezig te zijn.
5.
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten leggen registers van de op hun grondgebied gelegen en voor de inrichting van tijdelijke controleposten geschikte locaties aan, wisselen deze registers uit en informeren elkaar onverwijld over wijzigingen.
6.
Voor het geval dat grenscontroles als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de SUO worden uitgevoerd, zijn de artikelen 4 tot en met 9 van de op 30 mei 1958 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens van toepassing; voor het overige is de Overeenkomst van 30 mei 1958 van overeenkomstige toepassing.