Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de grensoverschrijdende politiële samenwerking en de samenwerking in strafrechtelijke aangelegenheden
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2006
- Redactionele toelichting
Art. 11 en bijlage I zijn gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2005, 241).
- Bronpublicatie:
02-03-2005, Trb. 2005, 86 (uitgifte: 18-04-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 175 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Verdrag van 2 maart 2005
Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Bondsrepubliek Duitsland
hierna te noemen: ‘de Verdragsluitende Staten’
In het streven de internationale criminaliteit alsmede grensoverschrijdende gevaren door samenwerking als partners effectiever het hoofd te bieden,
In het streven de samenwerking tussen de Verdragsluitende Staten te bevorderen en vastbesloten de mogelijkheden van een grensoverschrijdend optreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid en de mogelijkheden tot strafrechtelijke samenwerking te verruimen,
Overwegende dat het wenselijk is de uitwisseling van informatie tussen de Verdragsluitende Staten te intensiveren alsmede de samenwerking bij de inzet van middelen ter handhaving van de openbare orde en veiligheid alsmede in het kader van de voorkoming en opsporing van strafbare feiten te versterken,
Ter aanvulling op:
- —
de op 19 juni 1990 te Schengen tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (hierna te noemen: SUO) alsmede ter aanvulling op de hierop gebaseerde, in de Europese Unie ingevoerde verworvenheden van Schengen;
- —
het op 20 april 1959 te Straatsburg tot stand gekomen Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
- —
de op 30 augustus 1979 te Wittem tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de aanvulling en het vergemakkelijken van de toepassing van het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 20 april 1959;
- —
het op 17 maart 1978 te Straatsburg tot stand gekomen Aanvullende Protocol bij het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
- —
het op 8 november 2001 te Straatsburg tot stand gekomen Tweede Aanvullende Protocol bij het Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
- —
de op 29 mei 2000 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst, door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU-Rechtshulpverdrag);
- —
het op 16 oktober 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Protocol, vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie;
- —
de op 18 december 1997 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douane-administraties (Napels II-overeenkomst);
- —
het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens;
- —
de Aanbeveling R (87) 15 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa van 17 september 1987 aan de lidstaten aangaande het gebruik van persoonsgegevens op politieel gebied;
- —
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep