Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.4.2.d:4.2.4.2.d Doeltreffendheid
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2.4.2.d
4.2.4.2.d Doeltreffendheid
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS350328:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
MvT, Kamerstukken II 1957/58, 5380, nr. 3, blz. 44. Oorspronkelijk was de faciliteit in art. 34 opgenomen. Uiteindelijk is dit art. 39 Wet IB 1964 geworden. Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet IB 2001 is aangegeven dat een inhoudelijke wijziging niet is beoogd (MvT, Kamerstukken II 1998/99, nr. 3, blz. 210).
Besluit van 4 september 2012, nr. BLKB2012/101M, paragraaf 4.10.
Besluit van 4 september 2012, nr. BLKB2012/101M, paragraaf 5.3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De doorschuifregeling bij overgangen onder algemene titel is als volgt toegelicht: ‘Het gevolg van deze regeling is, dat bij verwerving van aandelen of winstbewijzen krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht ook de op die effecten rustende fiscale claims op de verkrijger overgaan, evenals bij de overgang van een onderneming in de in art. 15, derde lid, van het ontwerp genoemde gevallen (doch daar alleen indien de belanghebbenden dit wensen).’1De afrekenbepaling was dus vooral gericht op claimbehoud waarna vervolgens de claim kon worden doorgeschoven. De regering wenst de overgang krachtens huwelijksvermogensrecht en de verdeling van de huwelijksgemeenschap binnen twee jaren na ontbinding van de huwelijksgemeenschap niet te belasten. Als voorwaarden gelden dat de verkrijger binnenlands belastingplichtig is en de verkregen aandelen of winstbewijzen geen deel uitmaken van het vermogen van een voor zijn rekening gedreven onderneming en niet tot het resultaat uit een werkzaamheid van hem behoren. Ook de voorwaarden bepalen of een regeling doeltreffend is. Naar mijn mening kan worden gezegd dat deze voorwaarden bijdragen aan de doeltreffendheid van de bepaling. Indien deze voorwaarden niet zouden zijn gesteld, gaat de belastingclaim verloren. Bij de overgang naar een buitenlandse verkrijger leiden de voorwaarden tot het opleggen van een conserverende aanslag (art. 2.8, vierde lid, Wet IB 2001).
Inmiddels geldt art. 4.17 Wet IB 2001 alleen nog indien de huwelijksgemeenschap bij leven wordt ontbonden. Ten aanzien van deze situatie mag worden aangenomen dat het doel van de regeling niet is gewijzigd. De regering wenst een dergelijke overgang van ab-aandelen onder algemene titel niet te belasten. Het onderscheid tussen ondernemings- en beleggingsvermogen speelt bij art. 4.17 Wet IB 2001 geen rol (zie voor dit onderscheid paragraaf 4.2.4.2.a).
De doorschuifbepaling is alleen van toepassing als de verdeling van de huwelijksgemeenschap binnen twee jaren na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap plaatsvindt. Met ingang van 1 januari 2012 is reeds op het moment dat een verzoek tot echtscheiding wordt ingediend sprake van ontbinding van de huwelijksgemeenschap (art. 1:99 BW). Dit betekent dat de tweejaarstermijn vanaf genoemde datum eerder ingaat. Naar mijn mening is de termijn van twee jaren in een echtscheidingssituatie te kort. Hier is evenwel naar mijn weten nooit onderzoek naar gedaan. Op verzoek is termijnverlenging wel mogelijk, maar wordt dit alleen toegestaan indien sprake is van overmacht of indien de vertraging is veroorzaakt door de Belastingdienst.2 Hier is de vraag relevant wat onder overmacht moet worden verstaan. Het is de inspecteur die in eerste instantie hierover beslist. Het heeft mijn voorkeur de tweejaarstermijn te verruimen. Het is de bedoeling van de wetgever dat partijen bij een echtscheiding geruisloos kunnen doorschuiven. Een langere termijn komt naar mijn mening de doeltreffendheid van de bepaling alleen maar ten goede. Overigens hebben partijen nog wel de mogelijkheid om binnen de tweejaarstermijn alvast over te gaan tot verdeling van alleen de ab-aandelen (partiële verdeling).3 Het is alleen de vraag of partijen hierover overeenstemming kunnen bereiken. De verdeling is nu eenmaal een samenhangend geheel. Een partiële verdeling is zeker gecompliceerd indien het ab-pakket een dominante plaats inneemt in de boedel.