Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2014/C 99/03 voor staatssteun aan luchthavens en luchtvaartmaatschappijen
4.2 De verenigbaarheid van steun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Inwerkingtreding
04-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2014, PbEU 2014, C 99 (uitgifte: 04-04-2014, regelingnummer: 2014/C 99/03)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Staatssteun (V)
74
Indien één van de cumulatieve criteria van het Altmark-arrest niet is vervuld, wordt met de compensatie voor de openbare dienst een economisch voordeel verleend aan de begunstigde ervan, en is er mogelijk sprake van staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag. Dit soort staatssteun kan overeenkomstig artikel 106, lid 2, van het Verdrag als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd indien alle voor de toepassing van dat lid ontwikkelde verenigbaarheidscriteria zijn vervuld.
75
Staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst is vrijgesteld van de verplichting tot aanmelding van artikel 108, lid 3, van het Verdrag indien de in Besluit 2012/21/EU uiteengezette voorwaarden zijn vervuld. Het toepassingsgebied van Besluit 2012/21/EU omvat compensatie voor de openbare dienst die wordt verleend aan:
- a)
luchthavens ingeval de gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom gedurende de periode waarvoor de luchthaven met het beheer van de DAEB is belast, niet meer dan 200 000 passagiers bedraagt (1), en
- b)
luchtvaartmaatschappijen voor luchtverbindingen met eilanden waar de gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom niet meer dan 300 000 passagiers bedraagt (2).
76
Staatssteun die niet onder Besluit 2012/21/EU valt, kan op grond van artikel 106, lid 2, van het Verdrag verenigbaar worden verklaard indien de voorwaarden van de DAEB-kaderregeling zijn vervuld. Wel dient te worden aangetekend dat, bij een toetsing aan zowel Besluit 2012/21/EU als de DAEB-kaderregeling, de overwegingen zullen gelden die in de punten 69 tot en met 73 van deze richtsnoeren zijn geformuleerd met betrekking tot het vaststellen van de aan luchthavens of luchtvaartmaatschappijen opgelegde openbare-dienstverplichtingen.
Voetnoten
Voor deze drempel wordt gerekend met enkele reizen (trajecten), d.w.z. dat een passagier die van en naar de luchthaven vliegt, tweemaal zou worden geteld. Indien een luchthaven deel uitmaakt van een groep van luchthavens, wordt de passagiersstroom bepaald op basis van iedere luchthaven afzonderlijk.
Voor deze drempel wordt gerekend met enkele reizen (trajecten), d.w.z. dat een passagier die van en naar het eiland vliegt, tweemaal zou worden geteld. Deze drempel geldt voor individuele routes tussen een luchthaven op het eiland en een luchthaven op het vasteland.