Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/495
Poging doodslag. HR: art. 81 RO.
HR 26-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5380
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2013
- Magistraten
Mrs. H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, N. Jörg
- Zaaknummer
11/01892
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BZ5380
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5380, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5380, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2013
Essentie
Poging doodslag. HR: art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 maart 2011, nummer 23/003953-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. Th.O.M. Dieben en mr. W.A. Monster, adv. te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
Verdachte is - na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 3 april 2007, nr. 02039/06 - door het Gerechtshof te Amsterdam wegens "poging tot doodslag" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden.
2.
Namens verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.