Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/472
Auteursrecht. Aanvullende bescherming van de maker van een werk op grond van art. 6:162 BW tegen slaafse nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken waar geen sprake is van nabootsing van een werk als bedoeld in art. 13 Aw?; bijkomende omstandigheden.
HR 29-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8661 (Broeren/Duijsens)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 maart 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
12/01003
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BY8661
- Roepnaam
Broeren/Duijsens
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BY8661, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BY8661, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2012
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 1, 10 en 13 Aw
Essentie
Auteursrecht. Aanvullende bescherming van de maker van een werk op grond van art. 6:162 BW tegen slaafse nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken waar geen sprake is van nabootsing van een werk als bedoeld in art. 13 Aw?; bijkomende omstandigheden.
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad brengt het gebruik van hetzelfde materiaal, het bewerken daarvan volgens dezelfde, een bepaald artistiek effect opleverende methode, of het volgen van dezelfde stijl, nog niet mee dat sprake is van nabootsing van een werk als bedoeld in art. 13 Aw. De Auteurswet geeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.