Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/146
Wvggz. Machtiging tot voortzetting crisismaatregel; maximale geldigheidsduur (art. 7:10 onder a Wvggz); hoorplicht bij verlenging geldigheidsduur? Op machtiging tot voortzetting crisismaatregel aansluitende zorgmachtiging; einddatum.
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:107
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/03080
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:107, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2020
- Wetingang
Art. 6:2, 6:4, 6:5, 7:9, 7:10; 7:11 Wvggz
Samenvatting
De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel heeft ingevolge art. 7:9 Wvggz een geldigheidsduur van drie weken na de dagtekening ervan. Op grond van art. 7:10, aanhef en onder a, Wvggz vervalt de machtiging indien de geldigheidsduur is verstreken, tenzij de officier van justitie voordat de geldigheidsduur is verstreken een verzoekschrift voor een zorgmachtiging als bedoeld in art. 7:11 lid 1 Wvggz bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.