Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/158
Oplichting d.m.v. voorspiegelen rendementen en Wet toezicht kredietwezen 1992. Middelen o.m. over afwijzen getuige. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 19-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:71
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/02709
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:71, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1226, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/02709
Datum 19 januari 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 7 juni 2018, nummer 20/001351-09, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1941,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 7 juni 2018 de verdachte wegens 2 primair ‘Oplichting, meermalen gepleegd’ en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.