Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/511
Ambtshalve onderzoek door nationale rechter van oneerlijk karakter van beding. Verplichting voor nationale rechter die ambtshalve oneerlijk karakter van beding vaststelt om partijen te verzoeken om hun opmerkingen in te dienen alvorens uit deze vaststelling consequenties te trekken. Bedingen van overeenkomsten waarmee bij onderzoek van oneerlijk karakter rekening moet worden gehouden.
HvJ EU 21-02-2013, ECLI:EU:C:2013:88 (Banif Plus Bank/Csaba Csipai)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
21 februari 2013
- Magistraten
A. Tizzano, M. Ilešič, E. Levits, M. Safjan, M. Berger
- Zaaknummer
C-472/11
- Conclusie
A-G P. Mengozzi
- LJN
BZ5271
- Roepnaam
Banif Plus Bank/Csaba Csipai
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:88, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 21‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Banif Plus Bank Zrt tegen Csaba Csipai en Viktória Csipai.
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Fövárosi Bíróság (voorheen Fövárosi Törvényszék) (Hongarije) bij beslissing van 16 juni 2011
Ambtshalve onderzoek door nationale rechter van oneerlijk karakter van beding. Verplichting voor nationale rechter die ambtshalve oneerlijk karakter van beding vaststelt om partijen te verzoeken om hun opmerkingen in te dienen alvorens uit deze vaststelling consequenties te trekken. Bedingen van overeenkomsten waarmee bij onderzoek van oneerlijk karakter rekening moet worden gehouden.
De art. 6, lid 1, en 7, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.