Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 401/2009 inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 10-06-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 126 (uitgifte: 21-05-2009, regelingnummer: 401/2009)
- Inwerkingtreding
10-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 126 (uitgifte: 21-05-2009, regelingnummer: 401/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Algemeen
Om het in artikel 1 gestelde doel te bereiken, vervult het Agentschap de volgende taken:
- a)
- b)
de Gemeenschap en de lidstaten voorzien van de objectieve informatie die noodzakelijk is voor het bepalen en uitvoeren van een oordeelkundig en doeltreffend milieubeleid; daartoe met name aan de Commissie de nodige informatie verschaffen zodat zij haar taken op het gebied van het identificeren, voorbereiden en evalueren van milieumaatregelen en -wetgeving succesvol kan uitvoeren;
- c)
assistentie verlenen bij het controleren van milieumaatregelen via aangepaste steun ten behoeve van de rapportering (ook door deelneming aan de opstelling van vragenlijsten, de verwerking van rapporten van de lidstaten en de verspreiding van de resultaten) overeenkomstig zijn meerjarenprogramma teneinde de rapportage te coördineren;
- d)
afzonderlijke lidstaten op verzoek van advies dienen, wanneer dat strookt met zijn jaarprogramma, over het ontwerpen, opzetten en uitbreiden van hun systemen voor de controle op milieumaatregelen, mits die activiteiten het vervullen van de andere in dit artikel genoemde taken niet in gevaar brengen; dit advies kan op uitdrukkelijk verzoek van lidstaten ook evaluatie door deskundigen op het betrokken vakgebied (peer reviews) omvatten;
- e)
registreren, compileren en evalueren van gegevens betreffende de toestand van het milieu, opstellen van deskundigenrapporten betreffende kwaliteit, gevoeligheid en belasting van het milieu op het grondgebied van de Gemeenschap, aanleggen van uniforme criteria voor de evaluatie van milieuinformatie in alle lidstaten, verdere ontwikkeling en behoud van een referentiecentrum van milieu-informatie; de Commissie maakt van deze informatie gebruik bij haar opdracht om de tenuitvoerlegging van de communautaire milieuwetgeving te verzekeren;
- f)
bijdragen tot het vergelijkbaar maken van de milieugegevens op Europees niveau en, indien nodig, via passende wegen een betere harmonisatie van de meetmethoden bevorderen;
- g)
bevorderen van integratie van de Europese milieu-informatie in internationale milieubewakingsprogramma's, zoals die welke in het kader van de Verenigde Naties en de gespecialiseerde instellingen daarvan zijn opgesteld;
- h)
om de vijf jaar een rapport over de toestand van het milieu en de tendensen en vooruitzichten op milieugebied publiceren, aangevuld met indicatorrapporten over specifieke vraagstukken;
- i)
stimuleren van de ontwikkeling en de toepassing van technieken voor milieuprognoses op grond waarvan tijdig adequate preventieve maatregelen kunnen worden genomen;
- j)
stimuleren van de ontwikkeling van methoden voor de evaluatie van de kosten van schade aan het milieu en van de kosten van een beleid gericht op preventie en bescherming en herstel van het milieu;
- k)
stimuleren van de uitwisseling van informatie over de beste technologie die beschikbaar is om schade aan het milieu te voorkomen of te verminderen;
- l)
samenwerken met de in artikel 15 bedoelde instanties en programma's;
- m)
zorgen voor een ruime verspreiding van betrouwbare en vergelijkbare milieu-informatie, met name over de toestand van het milieu, onder het grote publiek en daartoe het gebruik van nieuwe telematicatechnologieën bevorderen;
- n)
de Commissie assisteren bij de uitwisseling van informatie over de ontwikkeling van methodieken en beste praktijken voor milieubeoordelingen;
- o)
de Commissie assisteren bij de verspreiding van informatie over de resultaten van relevant milieuonderzoek in een vorm die de beleidsontwikkeling het beste dient.