Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1170
Aanwezig hebben van 155 hennepplanten in huurwoning van in Suriname verblijvende moeder van verdachte waarin verdachte 3 à 4 keer per week verblijft (art. 3 onder C Opiumwet) en diefstal van stroom t.b.v. hennepkwekerij (art. 310 Sr). Uit bewijsvoering kan niet worden afgeleid dat verdachte zelf stroom heeft weggenomen. Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. diefstal en strafoplegging en terugwijzing.
HR 23-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1745
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, C. Caminada
- Zaaknummer
20/02689
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1745, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:900, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2021
Essentie
Aanwezig hebben van 155 hennepplanten in huurwoning van in Suriname verblijvende moeder van verdachte waarin verdachte 3 à 4 keer per week verblijft (art. 3 onder C Opiumwet) en diefstal van stroom t.b.v. hennepkwekerij (art. 310 Sr). Uit bewijsvoering kan niet worden afgeleid dat verdachte zelf stroom heeft weggenomen. Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. diefstal en strafoplegging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02689
Datum 23 november 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 20 augustus 2020, nummer 23-001425-19, in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.