Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/2.4.6:2.4.6 Punitive damages ter discussie
Archief
Smartengeld 1998/2.4.6
2.4.6 Punitive damages ter discussie
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. McGregor 1997, nr. 430: '...a major justification of exemplary damages is that their existence provides a suitable means for the punishment of minor criminal acts which are in practice ignored by police too caught up in the pursuit of serious crime.
Burrows 1987, p. 249.
Zie hierover voor het Engelse recht Stuart Smith L.J. in AB and others v. South West Water Services Ltd, wlr [1993], 253.
Bolt & Lensing 1993, p. 41.
Bolt & Lensing 1993, p. 40.
Burrows 1987, p. 249.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hoewel punitive (of exemplary) damages in het Amerikaanse en het Engelse recht een eigen plaats hebben verworven, staat die plaats voortdurend ter discussie.
Ter rechtvaardiging van het bestaan van punitive damages pleegt te worden aangevoerd dat zij dienen tot vergelding en preventie van onrecht en daarmee een nuttige aanvulling vormen op het strafrechtelijke sanctie-arsenaal. In gevallen waarin gedragingen door het strafrecht niet strafbaar zijn gesteld, zoals in verschillende gevallen van productenaansprakelijkheid, speelt vooral het element van preventie een belangrijke rol. In gevallen waarin het gedrag wel strafbaar is gesteld, kunnen punitive damages een aanvullende rol vervullen wanneer bepaalde strafbare feiten wegens overbelasting van het vervolgingsapparaat ongestraft blijven.1 De punitive damages vormen dan een bonus voor het slachtoffer en dienen als stimulans om aan de normhandhaving een bijdrage te leveren. In de Verenigde Staten wordt ter ondersteuning van de punitive damages bovendien aangevoerd dat toekenning ertoe leidt dat de proceskosten van de eiser worden vergoed.
De figuur van punitive damages is op vele punten aan kritiek onderhevig. In de eerste plaats worden punitive damages gezien als een vreemde eend in de civielrechtelijke bijt, omdat bestraffing in het strafrecht thuis zou horen. In het verlengde daarvan wordt als bezwaar aangevoerd dat de dader bij de toekenning van punitive damages niet de waarborgen geniet die hem in een strafrechtelijke procedure beschermen, zoals het nulla poena-beginsel, het ne bis in zdem-beginsel, de strafrechtelijke bewijsregels, de strafmaxima en het feit dat de jury bij de bepaling van de strafmaat in het strafproces geen rol toekomt.2
In de tweede plaats levert betaling van de 'boete' aan de eiser voor hem een voordeel op dat dikwijls als 'onverdiend' wordt beschouwd. Vanuit 'strafrechtelijk' oogpunt zou het veeleer voor de hand liggen dit voordeel aan de staat te doen toekomen. Vordering van de boete door het slachtoffer heeft bovendien het nadeel dat de sanctie daardoor afhankelijk wordt van het (willekeurige) initiatief van het slachtoffer. Hierbij wordt ook wel het bezwaar genoemd dat de maatschappij aldus geen blijk geeft van medeleven met het slachtoffer. Daar komt bij dat problemen ontstaan wanneer een bepaalde onrechtmatige daad heeft geleid tot een groot aantal slachtoffers die allen hun aanspraak op punitive damages geldend willen maken. De dader kan dan over een langere periode worden geconfronteerd met een veelheid aan claims, een probleem dat de vaststelling van een passend bedrag voor de bestraffing vrijwel onmogelijk maakt en kan leiden tot het faillissement van de laedens.3
In de derde plaats wordt het nut van punitive damages in twijfel getrokken, omdat de effectiviteit ervan omstreden is. De twijfel aan de effectiviteit wordt gevoed door de gedachte dat voor een preventieve werking noodzakelijk is dat aan het bestaan en de omvang van punitive damages voldoende bekendheid wordt gegeven en dat hierover voldoende duidelijkheid bestaat. De indruk bestaat echter dat in bredere kring slechts een vage notie bestaat van wat punitive damages eigenlijk zijn, terwijl zeker niet steeds duidelijk is of zij in een concreet geval zullen worden opgelegd. Ook het feit dat - althans in de Verenigde Staten - de punitive damages soms worden gedekt door aansprakelijkheidsverzekeringen wordt geacht de effectiviteit van de straf niet ten goede te komen.4
Ten slotte worden nog als meer algemene bezwaren geopperd dat onvoorspelbaarheid van de omvang van punitive damages kan leiden tot rechtsonzekerheid en 'overdeterrence' van maatschappelijk gewenst gedrag.5 Bovendien wordt in Engeland de beperking tot de drie door Lord Devlin opgesomde categorieën zeer willekeurig geacht en wordt aangegeven dat dikwijls ook andere middelen bestaan om in dergelijke gevallen dezelfde resultaten te bereiken.6