Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/133:133 Conclusie stelplicht- en bewijslastverdeling ingeval van vordering dat onverschuldigd is betaald
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/133
133 Conclusie stelplicht- en bewijslastverdeling ingeval van vordering dat onverschuldigd is betaald
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691711:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het is aan eiser te stellen en zo nodig te bewijzen dat hij zonder rechtsgrond heeft betaald. Een verwijzing door verweerder naar een rechtsgrond waarop de betaling is gebaseerd, is te kwalificeren als een gemotiveerde betwisting (een grondslagverweer). Bij vaststaan van een rechtsverhouding is al snel reden voor het aannemen van een schuld. Het is in dat geval onwaarschijnlijk dat een partij zonder rechtsgrond betaalt. Ingeval verweerder het verweer voert dat sprake is van betaling op grond van een rechtsgrond – en eiser die rechtsgrond gemotiveerd betwist – kan in gevallen waarin sprake is van de domeingedachte worden uitgegaan van een verzwaarde motiveringsplicht voor verweerder. Alleen in enkele gevallen kan het verweer van verweerder gekwalificeerd worden als een bevrijdend verweer; de wet of rechtspraak schrijft voor die situatie een bepaalde stelplicht- en bewijslastverdeling voor. Indien komt vast te staan dat eiser onverschuldigd heeft betaald, zal bij eiser op grond van de hoofdregel de stelplicht en, zo nodig, de bewijslast rusten dat aan de voorwaarde voor toepassing van art. 6:205 BW (kwade trouw) is voldaan.