Einde inhoudsopgave
Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1967
- Bronpublicatie:
02-02-1967, Stb. 1967, 102 (uitgifte: 28-02-1967, kamerstukken: 8636 )
- Inwerkingtreding
01-07-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1967, Stb. 1967, 213 (uitgifte: 01-01-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, welke is ontleend dan wel mede is ontleend aan artikel 14 of 15, onderscheidenlijk het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van degene, ten aanzien van wie artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten toepassing vindt, wordt, zolang de uitkering als bedoeld in artikel 4, 5, 6 of 7 van die wet, waarop de betrokkene op de dag, met ingang van welke artikel 10, eerste of tweede lid, onderscheidenlijk artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van die wet toepassing vindt, recht zou hebben gehad, indien dat artikel niet van toepassing zou zijn geweest, niet in verband met verandering in zijn toestand zou zijn verlaagd, niet lager gesteld dan het bedrag van die uitkering.
2.
Indien op de dag, met ingang van welke artikel 10, eerste of tweede lid, onderscheidenlijk artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten toepassing vindt, de termijn, bedoeld in artikel 32, tweede lid, nog niet is verstreken, geldt met ingang van de eerste dag, liggende na die termijn, voor de toepassing van het bepaalde in het vorige lid als bedrag van de uitkering, waarop de betrokkene op eerstgenoemde dag recht zou hebben gehad, indien artikel 10, eerste of tweede lid, onderscheidenlijk artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten niet van toepassing zou zijn geweest, het bedrag, waarop de betrokkene, indien dat artikel niet op hem van toepassing zou zijn geweest, op de eerste dag na genoemde termijn recht zou hebben gehad.
3.
Artikel 32, derde lid, is van toepassing.
4.
Indien de uitkering als bedoeld in het eerste lid, waarop de betrokkene op de dag, met ingang van welke artikel 10, eerste of tweede lid, onderscheidenlijk artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten toepassing vindt, recht zou hebben gehad, indien dat artikel niet van toepassing zou zijn geweest, na die dag uitsluitend in verband met de wijziging van de omstandigheden als in de laatste volzin van het derde lid van artikel 32 bedoeld zou zijn verlaagd, indien artikel 10, eerste of tweede lid, onderscheidenlijk artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten niet van toepassing zou zijn geweest, geldt met ingang van de dag, waarop die verlaging zou zijn ingegaan, voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid als bedrag van de uitkering, waarop de betrokkene op de dag, met ingang van welke artikel 10, eerste of tweede lid, onderscheidenlijk artikel 6, vierde lid, artikel 7, tweede lid, of artikel 11, eerste lid, van de Liquidatiewet ongevallenwetten toepassing vindt, recht zou hebben gehad, indien dat artikel niet van toepassing zou zijn geweest, het bedrag van de uitkering, waarop de betrokkene, indien dat artikel niet van toepassing zou zijn geweest, met ingang van de dag, waarop bedoelde verlaging zou zijn ingegaan, op grond van het bepaalde in artikel 4, 5, 6 of 7 van genoemde wet recht zou hebben gehad.