Einde inhoudsopgave
Wet overgangsregeling arbeidsongeschiktheidsverzekering
Artikel 39
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
29-11-2001, Stb. 2001, 625 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27665)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2001, Stb. 2001, 682 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Indien het bepaalde bij of krachtens artikel 46 van de Wet toepassing vindt, wordt van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, ontleend of mede ontleend aan artikel 3, zolang de arbeidsongeschiktheid sedert de dag, waarop de arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingegaan, ten minste 45% bedraagt en de betrokkene op en sedert die dag is opgenomen in een sociale werkvoorzieningsregeling als bedoeld in artikel 46 van de Wet, de uitbetaling niet verder beperkt dan tot 1/260 van het jaarbedrag, waarop de betrokkene laatstelijk ingevolge het bepaalde bij of krachtens artikel 23 van de Interimwet invaliditeitsrentetrekkers aan bijslag en invaliditeitsrente tezamen aanspraak had.
2.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is bevoegd om, zolang de belangen van de betrokkene daardoor niet worden geschaad, indeling in een der in artikel 21 van de Wet genoemde invaliditeitsklassen achterwege te laten ten aanzien van degene, die arbeidsongeschiktheidsuitkering ontleent aan artikel 3 en die op en sedert de dag, waarop artikel 19 van de Wet in werking treedt, is opgenomen in een sociale werkvoorzieningsregeling als bedoeld in artikel 46 van de Wet.
3.
Bij toepassing van het vorige lid wordt de arbeidsongeschiktheid van de betrokkene geacht 80% of meer te bedragen.
4.
Onze Minister kan met betrekking tot het bepaalde in dit artikel en in artikel 41 nadere en, voor bijzondere gevallen, zo nodig afwijkende regelen stellen.