Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/95
Misbruik procesrecht is onjuiste maatstaf voor afwijzing verzoek om getuige.
HR 03-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU2014
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 januari 2012
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
10/03804
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BU2014
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU2014, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU2014, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
Bij de afwijzing van het verzoek een getuige te horen op de grond dat door de verdachte misbruik wordt gemaakt van procesrecht, heeft het hof een onjuiste maatstaf gehanteerd, nu het noodzaakcriterium van toepassing was. Voor zover het hof — ten overvloede — heeft overwogen dat de verdachte de noodzaak tot het horen van de getuige ‘niet dan wel volstrekt onvoldoende concreet’ heeft onderbouwd, is dat oordeel, gelet op hetgeen de raadsman heeft aangevoerd, niet zonder meer begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 28 april 2010, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.