RvdW 2023/207:Medeplegen diefstal (meermalen gepleegd), art. 311 lid 1 onder 4 Sr. Ontbreken van rechtsbijstand in hoger beroep voor verdachte die in voorlopige hechtenis heeft verbleven, art. 40 lid 1 sub b Sv. Tegen verdachte is bij vonnis van Pr voorlopige hechtenis bevolen. Uit stukken van geding blijkt niet dat in h.b. een advocaat zich voor verdachte als raadsman heeft gesteld of ttz. is verschenen. Ook blijkt niet dat door raad voor rechtsbijstand een aanwijzing a.b.i. art. 40 lid 1 sub b Sv heeft plaatsgevonden. Gelet op belang van voorschrift van art. 40 lid 1 sub b Sv had hof, gelet op omstandigheid dat verdachte geen raadsman had en niet op de in dat voorschrift vermelde wijze een raadsman was aangewezen, zaak niet op tz. mogen behandelen en vervolgens onderzoek ttz. mogen sluiten en arrest wijzen. Volgt vernietiging en terugwijzing.

RvdW 2023/207

Medeplegen diefstal (meermalen gepleegd), art. 311 lid 1 onder 4 Sr. Ontbreken van rechtsbijstand in hoger beroep voor verdachte die in voorlopige hechtenis heeft verbleven, art. 40 lid 1 sub b Sv. Tegen verdachte is bij vonnis van Pr voorlopige hechtenis bevolen. Uit stukken van geding blijkt niet dat in h.b. een advocaat zich voor verdachte als raadsman heeft gesteld of ttz. is verschenen. Ook blijkt niet dat door raad voor rechtsbijstand een aanwijzing a.b.i. art. 40 lid 1 sub b Sv heeft plaatsgevonden. Gelet op belang van voorschrift van art. 40 lid 1 sub b Sv had hof, gelet op omstandigheid dat verdachte geen raadsman had en niet op de in dat voorschrift vermelde wijze een raadsman was aangewezen, zaak niet op tz. mogen behandelen en vervolgens onderzoek ttz. mogen sluiten en arrest wijzen. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Essentie

Medeplegen diefstal (meermalen gepleegd), art. 311 lid 1 onder 4 Sr. Ontbreken van rechtsbijstand in hoger beroep voor verdachte die in voorlopige hechtenis heeft verbleven, art. 40 lid 1 sub b Sv. Tegen verdachte is bij vonnis van Pr voorlopige hechtenis bevolen. Uit stukken van geding blijkt niet dat in h.b. een advocaat zich voor verdachte als raadsman heeft gesteld of ttz. is verschenen. Ook blijkt niet dat door raad voor rechtsbijstand een aanwijzing a.b.i. art. 40 lid 1 sub b Sv heeft plaatsgevonden. Gelet op belang van voorschrift van art. 40 lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.