Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/
Verhandeling
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370520:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Toelichting bij het voorstel van 28 november 2007 voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten, COM(2007) 747 definitief.
Toelichting bij het voorstel van 28 november 2007 voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten, COM(2007) 747 definitief.
Voorstel van 28 november 2007 voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/ 112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten, COM(2007) 747 definitief en Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten, COM(2007) 746 definitief.
Toelichting bij het voorstel van 28 november 2007 voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten, COM(2007) 747 definitief.
Commission staff working document of 28 November 2008(!sic 2007), accompanying document to the proposal for a Council Directive amending Directive 2006/112/EV on the common system of value added tax, as regards the treatment of insurance and financial services, SEC(2007)1554, blz. 43 – 44.
Commission staff working document of 28 November 2007, accompanying document to the proposal for a Council Directive amending Directive 2006/112/EV on the common system of value added tax, as regards the treatment of insurance and financial services, Impact Assessment Summary, SEC(2007)1555, blz. 5.
In de financiële en verzekeringssector geldt een aantal vrijstellingen die een meer technisch karakter hebben. Als gevolg van deze vrijstellingen hebben financiële en verzekeringsinstellingen in veel gevallen geen of een beperkt recht op aftrek. De Europese Commissie heeft een toenemende concurrentie in de financiële en verzekeringssector waargenomen op zowel de pan-Europese markt als op de markten daarbuiten.1 De btw, in het bijzonder de beperking van het recht op aftrek bij financiële en verzekeringsinstellingen, blijkt een belemmering te vormen bij het behalen van een grotere efficiency die in het licht van toenemende concurrentie noodzakelijk wordt geacht.
Een van de manieren om een grotere efficiency te bereiken blijkt het reduceren van de kosten te zijn door samen te werken met andere ondernemingen in de sector. Pooling van activiteiten blijkt een belangrijke methode te zijn om dat te realiseren.2 Ondernemingen gaan bijvoorbeeld over tot de gezamenlijke ontwikkeling van computersystemen en -software, en tot de oprichting van zogenaamde “credit factories”. Het nadeel van het onderbrengen van (deel)activiteiten bij andere partijen is, dat de betreffende diensten dan soms niet meer onder de financiële en verzekeringsvrijstellingen vallen en dus met btw moeten worden belast, terwijl de afnemer, de uitbestedende financiële of verzekeringsinstelling, van de dienst deze btw vaak niet kan aftrekken. De btw is dan een kostenpost, terwijl de financiële en verzekeringsvrijstellingen nu juist (overwegend) een technisch karakter hebben.
Het werd onwenselijk geacht dat de btw de economische concurrentie beperkt, en de Europese Commissie heeft daarom een voorstel gedaan om de vrijstellingen in de financiële en verzekeringssector te moderniseren.3 In het kader daarvan heeft de Commissie onder andere een vrijstelling voor samenwerkingsverbanden in de financiële en verzekeringssector voorgesteld.4
De voorgestelde vrijstelling beoogt in wezen het cumulerende effect van de financiele en verzekeringsvrijstellingen gedeeltelijk te ondervangen op vergelijkbare wijze als de vrijstelling voor samenwerkingsverbanden in de sociaal-culturele sfeer dat doet. Hoewel de vrijstelling van art. 132 lid 1 onderdeel f Btw-richtlijn (ex art. 13A lid 1 onderdeel f Zesde richtlijn, vgl. art. 11 lid 1 onderdeel u Wet OB) in beginsel ook van toepassing is op samenwerkingsverbanden in de financiële en verzekeringssector, wordt de toepassing ervan in deze sectoren kennelijk als moeizaam ervaren. Gebleken is dat niet alle lidstaten de vrijstelling hebben geïmplementeerd, en dat niet alle lidstaten die de vrijstelling wel hebben geïmplementeerd de grensoverschrijdende toepassing ervan toelaten. De eisen die de diverse lidstaten die de vrijstelling hebben geïmplementeerd aan de vrijstelling stellen, zijn niet uniform en bemoeilijken de pan-Europese toepassing ervan.5 Om de (pan-Europese) toepassing van de vrijstelling te bevorderen, heeft de Commissie een voorstel voor een specifieke samenwerkingsvrijstelling gedaan.6 Dit verklaart ook de afwijkende toepassingsmodaliteiten ten opzichte van die van de huidige vrijstelling van art. 132 lid 1 onderdeel f Btw-richtlijn (ex art. 13A lid 1 onderdeel f Zesde richtlijn, vgl. art. 11 lid 1 onderdeel u Wet OB).