Einde inhoudsopgave
Tribunaalbesluit
Artikel 3c
Geldend
Geldend vanaf 31-07-1947
- Bronpublicatie:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-07-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Bij het bevel, bedoeld in artikel 3a, kan het Tribunaal behalve de algemeene voorwaarde, dat de schuldige zich als een goed Nederlander zal gedragen, één of meer van de navolgende bijzondere voorwaarden stellen:
- a.
ondertoezichtstelling van den schuldige;
- b.
verplichting zich te gedragen naar de aanwijzingen van aangewezen instellingen of personen;
- c.
verbod om om te gaan met bepaalde personen;
- d.
verbod tot bepaalde vereenigingen toe te treden of bepaalde vergaderingen bij te wonen;
- e.
verplichting tot het verrichten van arbeid;
- f.
verplichting tot het verrichten van bepaalden arbeid;
- g.
aanwijzing van een bepaalde verblijfplaats;
- h.
verplichting zich op bepaalde tijdstippen te melden;
- i.
verplichting tot storting van een waarborgsom tot een onbeperkt bedrag ter waarborging van de naleving van andere bijzondere voorwaarden;
- j.
verplichting binnen een te bepalen termijn, korter dan den proeftijd, de door zijn handelen of nalaten in den zin van artikel 1 van dit besluit veroorzaakte schade geheel of tot een te bepalen gedeelte te vergoeden.
2.
Het Tribunaal is bevoegd, tevens andere, het gedrag van den schuldige betreffende, de godsdienstige en staatkundige vrijheid niet beperkende bijzondere voorwaarden te stellen, waaraan deze gedurende den proeftijd heeft te voldoen.