Einde inhoudsopgave
Tribunaalbesluit
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 540 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken: 33771)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2014, Stb. 2014, 541 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Omtrent de interneering wordt door de Tribunalen in hun uitspraak geen tijdsduur bepaald. Zij zijn echter bevoegd, in die uitspraken voor bepaalde gevallen het inachtnemen van een daarbij aangegeven tijdsduur in overweging te geven.
2.
De interneering geschiedt voor ten hoogste tien jaren. Zij wordt in ieder geval verminderd met twee derden van den tijd, gedurende welken de tenuitvoerlegging mocht zijn geschorst, doordat de schuldige een vrijheidsstraf ondergaat ingevolge zijn veroordeeling wegens eenig strafbaar feit, vóór het in werking treden van dit besluit begaan.
3.
Volgens door Ons nader te stellen regelen kunnen geinterneerden, die — mede gelet op den ernst der gedraging of gedragingen, ter zake waarvan de interneering is opgelegd — op grond van hun houding, gedrag en vlijt, tijdens de interneering betoond, hiervoor in aanmerking komen, al dan niet voorwaardelijk op last van Onze Minister van Veiligheid en Justitie uit de interneering worden ontslagen.
4.
Indien een persoon, aan wien de maatregel van interneering is opgelegd, zich rechtmatig in vrijheid bevindt, kan Onze Minister van Veiligheid en Justitie bevelen, dat de interneering niet of niet verder ten uitvoer zal worden gelegd, indien de tenuitvoerlegging of verdere tenuitvoerlegging door bijzondere omstandigheden voor den betrokkene of het gezin waartoe hij behoort onnoodig hard zou zijn.