Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/23/EU betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten
Artikel 9 Herziening van de drempel
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/23/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Concessieovereenkomsten
1.
De Commissie gaat met ingang van 30 juni 2013 elke twee jaar na of de in artikel 8, lid 1, bedoelde drempel overeenstemt met de in de Overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie inzake overheidsopdrachten (‘de GPA-overeenkomst’) vastgestelde drempel voor concessies voor werken en herziet zij indien nodig deze drempel, overeenkomstig dit artikel.
Overeenkomstig de in de GPA-overeenkomst vastgestelde berekeningsmethode berekent de Commissie de waarde van de drempel op basis van de gemiddelde dagwaarde van de euro uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten (BTR), over een periode van 24 maanden die eindigt op 31 augustus voorafgaande aan de datum van 1 januari waarop de herziening ingaat. De waarde van de aldus herziene drempel in euro wordt zo nodig naar beneden afgerond op het naaste veelvoud van duizend euro, met dien verstande dat de in de overeenkomst bepaalde drempel, uitgedrukt in BTR, wordt nageleefd.
2.
De Commissie bepaalt met ingang van 1 januari 2014 elke twee jaar de waarde, in de nationale valuta van de lidstaten die niet de euro als munt hebben, van de in artikel 8, lid 1, genoemde drempels die overeenkomstig lid 1 van dit artikel zijn herzien.
Deze waarden worden in overeenstemming met de in de GPA-overeenkomst opgenomen berekeningsmethode bepaald op basis van de gemiddelde dagwaarde van deze valuta die in overeenstemming is met de toepasselijke drempel uitgedrukt in euro over een periode van 24 maanden die eindigt op 31 augustus voorafgaande aan de herziening die van kracht wordt op 1 januari.
3.
De Commissie maakt de in lid 1 bedoelde herziene drempel bekend, alsmede de tegenwaarde ervan in de in lid 2, eerste alinea, bedoelde nationale valuta en de overeenkomstig lid 2, tweede alinea, vastgestelde waarde aan het begin van de maand november volgend op de herziening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
4.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 48 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 1, tweede alinea, van dit artikel vastgestelde methodologie aan te passen aan elke verandering van de in de GPA-overeenkomst vastgestelde methodologie voor de herziening van de in artikel 8, lid 1, bedoelde drempels en voor de vaststelling van de corresponderende waarden in de nationale valuta van de lidstaten die niet de euro als munt hebben, als bedoeld in lid 2 van dit artikel.
De Commissie is eveneens bevoegd overeenkomstig artikel 48 gedelegeerde handelingen vast te stellen om het in artikel 8, lid 1, genoemd drempelbedrag te herzien overeenkomstig lid 1 van dit artikel.
5.
Wanneer dat drempelbedrag moet worden herzien en er te weinig tijd is voor de procedure van artikel 48, en dwingende redenen van urgentie dit bijgevolg noodzakelijk maken, dan geldt voor gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld op grond van lid 4, tweede alinea van dit artikel, de procedure van artikel 49.