Belastingheffing over de commissarisbeloning

Belastingheffing over de commissarisbeloning

Mr. dr. C. Bruijsten

id-84b026af-2de0-4573-abbd-57af19b8321d

Verbonden aan Bureau Vaktechniek van EY Belastingadviseurs

Een raad van commissarissen van een bv of nv bestaat uit één of meer natuurlijke personen. Deze personen ontvangen doorgaans een beloning voor hun toezichthoudende taak. In dit thema komt de belastingheffing over de commissarisbeloning aan de orde.

In dit thema krijgt u antwoord op de volgende vragen:

Moet de vennootschap waar de commissaris zijn toezichthoudende taak verricht loonheffingen inhouden en afdragen?

Hoe wordt de beloning van de commissaris in de inkomstenbelasting betrokken?

Kan een commissaris zijn commissariaat of commissariaten onderbrengen in een bv en de beloning in de vennootschapsbelasting in aanmerking nemen?

Commissaris in de loonbelasting

De commissaris is voor de Wet LB geen werknemer. Er is namelijk geen sprake van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Tot 1 januari 2017 gold in de loonbelasting voor commissarissen een fictieve dienstbetrekking. Vanaf 1 januari 2017 kan nog wel gebruik worden gemaakt van de opting-inregeling. Zo kan de commissaris, indien gewenst, toch onder de Wet LB (blijven) vallen.

Commissaris in de inkomstenbelasting

In de inkomstenbelasting dient achtereenvolgens te worden beoordeeld of de commissarisbeloning onder één van de volgende bronnen valt:

belastbare winst uit onderneming;

belastbaar loon;

belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden.

Winst uit onderneming is, gezien de ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek (mits voldaan wordt aan het urencriterium) en de mkb-winstvrijstelling, het meest voordelig. Ondernemerschap zal vooral aan de orde komen als sprake is van meerdere, gelijktijdig uitgeoefende commissariaten. In de jurisprudentie zijn overigens voorbeelden te vinden waarin meerdere commissariaten niet als een onderneming werden aangemerkt en waarin meerdere commissariaten wel als een onderneming werden aangemerkt.

Commissaris-bv

Volgens het Burgerlijk Wetboek bestaat een raad van commissarissen van een bv of nv uit één of meer natuurlijke personen. Dat lijkt een bv als commissaris uit te sluiten. In de fiscale jurisprudentie wordt het inkomen van een commissaris die zich uitleent via een bv doorgaans aan de commissaris toegerekend.

In de praktijk wordt echter wel gebruikgemaakt van de commissaris-bv, waarbij de inkomsten van de commissaris bij de bv in aanmerking worden genomen (in de vennootschapsbelasting).

Documenten bij dit thema

Art. 4, ond. f Wet LB 1964 jo art. 2g Uitv. besl. LB 1965

Art. 12a Wet LB 1964

Art. 3.4 Wet IB 2001

Art. 3.5 Wet IB 2001

Art. 3.81 Wet IB 2001

Art. 3.90 Wet IB 2001

Art. 3.95 Wet IB 2001

Art. 52 AWR

Besluit van 28 april 2021, Stcrt. 2021, 9403, V-N 2021/23.11, gewijzigd bij besluit van 28 juli 2021, nr. 2021-17080, Stcrt. 2021, 37408

Besluit van 8 juli 2022, nr. 2022-178650, Stcrt. 2022, 18009, V-N Vandaag 2022/1762

Kennisgroepstandpunt van 1 februari 2024, KG:204:2024:4, V-N 2024/16.6, gebruikelijk loon bij commissaris-bv

HR 21 april 1993, nr. 28 189, ECLI:NL:HR:1993:ZC5328, BNB 1993/185, WFR 1993/830, V-N 1993/1507, 11, FED 1993/376, FED 1993/454

HR 19 februari 1997, nr. 32 000, ECLI:NL:HR:1997:AA3238, BNB 1997/133, WFR 1997/295, 2, V-N 1997/1007, 7, FED 1997/206

HR 12 september 2008, nr. 42 915, ECLI:NL:PHR:2008:BA6413, BNB 2008/276, FED 2008/107, Belastingadvies 2008/20.6, V-N 2008/45.3

HR 29 mei 2009, nr. 07/10538, ECLI:NL:PHR:2009:BH0499, BNB 2009/219, V-N 2009/26.11

Hof Amsterdam 31 januari 1992, nr. 588/90, ECLI:NL:GHAMS:1992:AW5711, V-N 1992/3156

Hof ’s-Gravenhage 22 december 1994, nr. 92/2032, ECLI:NL:GHSGR:1994:AW1432, V-N 1995/1527, 9, FED 1995/214

HR 6 december 2002, nr. 36 905, ECLI:NL:HR:2002:AE4473, BNB 2003/67, WFR 2002/1873, V-N 2003/2.22, FED 2003/54, FED 2002/720, Belastingadvies 2003/2.12

HR 11 januari 2013, nr. 12/01043, ECLI:NL:HR:2013:BY8155, BNB 2013/69, V-N 2013/7.10, FED 2013/38

J.W. Zwemmer, Fiscale aspecten van de beroeps-b.v., TVVS 1995, 143

J.E.A.M. van Dijck, Genieten van inkomsten (art. 33 en 38 Wet IB), Deventer: FED 1998

M.J. Oostenbroek, De beloning van de commissaris: enkele fiscale aspecten, Vennootschap & Onderneming 2013/23/0704

L. Mannoe en S.M. Hemmes-van der Kruk, Belastingplicht commissaris: een kwestie van kiezen, Loonzaken 2016/6/50571

A.L. Mertens, Commissarisbeloningen na de wet DBA, FBN 2016/7-7/34 (zie: V-N 2016/43.34)

M.H.R. Greijn en D.M.L. Vestjens, De positie van de (buiten Nederland woonachtige) commissaris in de Nederlandse loon- en inkomstenbelasting, Beloning en Belasting, 2024/07

Vakstudie Vennootschapsbelasting, art. 3.25 Wet IB 2001, aant. 8.3.2

Vakstudie Nederlands Internationaal Belastingrecht, art. 16 OESO-modelverdrag 1992, aant. 2.8

Arbeidsovereenkomst, art. 7:610a BW, aant. 2

E. Verhulp, T&C BW, commentaar op art. 7:610a BW