Einde inhoudsopgave
Omgevingsverordening provincie Groningen 2009
Artikel 4.2 Toepasselijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2011
- Bronpublicatie:
02-02-2011, Provinciaal blad van Groningen 2011, 11 (uitgifte: 24-03-2011, regelingnummer: A.1)
- Inwerkingtreding
01-04-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2011, Provinciaal blad van Groningen 2011, 11 (uitgifte: 24-03-2011, regelingnummer: A.1)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
De bepalingen van dit hoofdstuk over bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening zijn, voor zover de Wet ruimtelijke ordening dan wel het Besluit ruimtelijke ordening hieromtrent eisen heeft gesteld, van overeenkomstige toepassing op:
- a.
beheersverordeningen als bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening;
- b.
omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onderdeel 30 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c.
wijzigings- of uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening.
2.
Voor zover in de bepalingen van dit hoofdstuk eisen worden gesteld aan de toelichting op een bestemmingsplan, zijn de bepalingen van overeenkomstige toepassing op de ruimtelijke onderbouwing van omgevingsvergunningen waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan.