Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’)
Artikel 75 Mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Inwerkingtreding
20-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Indien de inbreuk in verband met persoonsgegevens waarschijnlijk een hoog risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, deelt het EOM de betrokkene de inbreuk in verband met persoonsgegevens zonder onnodige vertraging mee.
2.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde mededeling aan de betrokkene bevat een omschrijving, in duidelijke en eenvoudige taal, van de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens en ten minste de in artikel 74, lid 2, onder b), c) en d), bedoelde gegevens en aanbevelingen.
3.
De in lid 1 bedoelde mededeling aan de betrokkene is niet vereist wanneer een van de volgende voorwaarden is vervuld:
- a)
het EOM heeft passende technische en organisatorische beschermingsmaatregelen genomen en deze maatregelen zijn toegepast op de persoonsgegevens waarop de inbreuk in verband met persoonsgegevens betrekking heeft, met name die welke de persoonsgegevens onbegrijpelijk maken voor onbevoegden, zoals versleuteling;
- b)
het EOM heeft achteraf maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het in lid 1 bedoelde hoge risico voor de rechten en vrijheden van betrokkenen zich waarschijnlijk niet meer zal voordoen;
- c)
de mededeling zou een onevenredige inspanning vergen. In dat geval komt er in de plaats daarvan een openbare mededeling of een soortgelijke maatregel waarbij betrokkenen even doeltreffend worden geïnformeerd.
4.
Indien het EOM de inbreuk in verband met persoonsgegevens nog niet aan de betrokkene heeft gemeld, kan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, na beraad over de kans dat de inbreuk in verband met persoonsgegevens een hoog risico met zich meebrengt, het EOM daartoe verplichten of besluiten dat aan een van de in lid 3 bedoelde voorwaarden is voldaan.
5.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde mededeling aan de betrokkene kan worden uitgesteld, beperkt of achterwege gelaten onder de voorwaarden en om de redenen bedoeld in artikel 60, lid 3.