Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’)
Artikel 80 Algemene beginselen inzake doorgifte van operationele persoonsgegevens
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Inwerkingtreding
20-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Het EOM kan, met inachtneming van de andere bepalingen van deze verordening, met name artikel 53, operationele persoonsgegevens slechts doorgeven aan een derde land of een internationale organisatie, indien de voorwaarden van de artikelen 80 tot en met 83 zijn vervuld, met name:
- a)
de doorgifte is noodzakelijk voor de uitvoering van de taken van het EOM;
- b)
de operationele persoonsgegevens worden doorgegeven aan een verwerkingsverantwoordelijke in een derde land of een internationale organisatie die een bevoegde autoriteit is voor de in artikel 104 bedoelde doeleinden;
- c)
indien de overeenkomstig dit artikel door te geven operationele persoonsgegevens door een lidstaat van de Europese Unie aan het EOM zijn toegezonden of ter beschikking gesteld, verzoekt dit laatste voor die doorgifte om voorafgaande toestemming van de betrokken bevoegde autoriteit overeenkomstig haar nationale wetgeving, tenzij die lidstaat van de Europese Unie de toestemming voor die doorgifte in algemene zin dan wel behoudens specifieke voorwaarden heeft verleend;
- d)
de Commissie heeft uit hoofde van artikel 81 besloten dat het derde land of de internationale organisatie in kwestie een passend beschermingsniveau waarborgt, of er bestaan, bij ontstentenis van een dergelijk adequaatheidsbesluit, passende waarborgen — of deze worden geboden — op grond van artikel 82, of er zijn, bij ontstentenis van zowel een adequaatheidsbesluit als passende waarborgen, afwijkingen voor specifieke situaties van toepassing uit hoofde van artikel 83, en
- e)
in het geval van een verdere doorgifte aan een ander derde land of een andere internationale organisatie door een derde land of een internationale organisatie, verplicht het EOM het derde land of de internationale organisatie ertoe om zijn voorafgaande toestemming te verzoeken voor de verdere doorgifte, die het EOM slechts kan verlenen nadat het alle relevante factoren terdege in aanmerking heeft genomen, waaronder de ernst van het strafbare feit, het doel waarvoor de operationele persoonsgegevens oorspronkelijk waren doorgegeven en het niveau van persoonsgegevensbescherming in het derde land of de internationale organisatie waaraan de operationele persoonsgegevens verder worden doorgegeven.
2.
Het EOM kan slechts operationele persoonsgegevens zonder voorafgaande toestemming door een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig lid 1, onder c), doorgeven indien de doorgifte van operationele persoonsgegevens noodzakelijk is met het oog op de voorkoming van een acute en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid van een lidstaat van de Europese Unie of een derde land of voor de fundamentele belangen van een lidstaat van de Europese Unie, en voorafgaande toestemming niet tijdig kan worden verkregen. De voor het geven van voorafgaande toestemming verantwoordelijke autoriteit wordt onverwijld in kennis gesteld.
3.
Het is de lidstaten van de Europese Unie en de instellingen, organen en instanties van de Unie verboden van het EOM ontvangen operationele persoonsgegevens door te geven aan een derde land of een internationale organisatie. Dit geldt niet wanneer het EOM, na alle relevante factoren terdege in aanmerking te hebben genomen, waaronder de ernst van het strafbare feit, het doel waarvoor de operationele persoonsgegevens oorspronkelijk waren doorgegeven en het niveau van persoonsgegevensbescherming in het derde land of de internationale organisatie waaraan de operationele persoonsgegevens verder worden doorgegeven, toestemming voor die doorgifte heeft verleend. De verplichting om voorafgaande toestemming van het EOM te verzoeken geldt niet ten aanzien van zaken die overeenkomstig artikel 34 naar de bevoegde nationale autoriteiten zijn verwezen.
4.
De artikelen 80 tot en met 83 worden toegepast om ervoor te zorgen dat het door deze verordening en door het Unierecht gewaarborgde beschermingsniveau voor natuurlijke personen niet wordt ondermijnd.