Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’)
Artikel 62 Uitoefening van rechten door de betrokkene en controle door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Inwerkingtreding
20-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
In de gevallen bedoeld in artikel 58, lid 3, artikel 60, lid 2, en artikel 61, lid 5, kunnen de rechten van de betrokkene ook worden uitgeoefend via de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
2.
Het EOM stelt de betrokkene in kennis van de mogelijkheid om overeenkomstig lid 1 zijn rechten uit te oefenen via de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
3.
Wanneer het in lid 1 bedoelde recht wordt uitgeoefend, stelt de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming de betrokkene er ten minste van in kennis dat hij alle noodzakelijke controles of een evaluatie heeft uitgevoerd. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming informeert de betrokkene tevens over zijn recht om tegen het besluit van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming beroep in te stellen bij het Hof van Justitie.