Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit resultaat overige werkzaamheden
8.3.2 Borgstelling valt onder terbeschikkingstellingsregeling
Geldend
Geldend vanaf 17-12-2021
- Bronpublicatie:
29-11-2021, Stcrt. 2021, 48048 (uitgifte: 16-12-2021, regelingnummer: 2021-15229)
- Inwerkingtreding
17-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stcrt. 2021, 48048 (uitgifte: 16-12-2021, regelingnummer: 2021-15229)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
Inkomstenbelasting / Algemeen
Als de borgstelling onder de terbeschikkingstellingsregeling valt, is dit het geval vanaf het tijdstip van aangaan van de borgstellingsovereenkomst (HR 9 maart 2012, nr. 10/03641, ECLI:NL:HR:2012:BR6345). De borgsteller passiveert op zijn werkzaamheidsbalans de met de borgstelling samenhangende verplichting PM zolang hij nog niet als borg is aangesproken. Zie voor het vormen van een voorziening paragraaf 8.3.4. De vermogensbestanddelen die de borg bezit, gaan door de borgstelling niet tot het werkzaamheidsvermogen behoren wanneer de borg door de schuldeiser wordt aangesproken een betaling te doen. Dat geldt ook als een niet in algehele of beperkte gemeenschap gehuwde echtgenoot een hypotheek laat vestigen op zijn pand ten behoeve van schulden van de BV van de andere echtgenoot. Dat pand blijft in box 1 (eigen woning) of box 3 (beleggingspand). Dit laatste kwam aan de orde bij de parlementaire behandeling van de terbeschikkingstellingsregeling (Kamerstukken I, 26 727 en 26 728, nr. 202a, p. 112–113). De te activeren regresvordering ontstaat als de borg de schuld voldoet (HR 6 april 2012, nr. 10/01949, ECLI:NL:HR:2012:BU3784).