Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken
Artikel 29 Territoriale toepassing van het Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1995
- Bronpublicatie:
25-01-1988, Trb. 1991, 4 (uitgifte: 07-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-01-1997, Trb. 1997, 10 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Iedere Staat kan bij ondertekening of bij nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring aangeven op welk grondgebied of welke grondgebieden dit Verdrag van toepassing zal zijn.
2.
Iedere Staat kan te allen tijde daarna door middel van een aan één van de Depositarissen gerichte verklaring de toepasselijkheid van dit Verdrag uitbreiden tot ieder ander in de verklaring genoemd grondgebied. Het Verdrag treedt ten aanzien van dit grondgebied in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de verklaring door de Depositaris.
3.
Iedere krachtens het bepaalde in de twee voorgaande leden afgelegde verklaring kan, ten aanzien van ieder in die verklaring genoemd grondgebied, worden ingetrokken door middel van een aan één van de Depositarissen gerichte kennisgeving. De intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Depositaris.