Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 2 [Minimumloon/minimumvakantiebijslag]
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 490 (uitgifte: 22-12-2023, kamerstukken: 36430)
29-11-2023, Stcrt. 2023, 33542 (uitgifte: 05-12-2023, regelingnummer: 2023-0000560733)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 490 (uitgifte: 22-12-2023, kamerstukken: 36430)
29-11-2023, Stcrt. 2023, 33542 (uitgifte: 05-12-2023, regelingnummer: 2023-0000560733)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
bruto-minimumloon: het in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag;
- b.
netto-minimumloon: het bruto-minimumloon, na aftrek van premies volksverzekeringen en loonbelasting. De loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, bedoeld in artikel 1 van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden berekend voor een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, rekening houdend met uitsluitend 157,5% van de algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964, over het bruto-minimumloon;
- c.
bruto-minimumvakantiebijslag: het bedrag waarop degene die aanspraak heeft op het bruto-minimumloon ingevolge artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag aanspraak heeft;
- d.
netto-minimumvakantiebijslag: het verschil tussen het bedrag, dat zou zijn berekend voor een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt, indien onderdeel b wordt toegepast op het bruto-minimumloon verhoogd met de bruto-minimumvakantiebijslag, en het netto-minimumloon, bedoeld in onderdeel b.
2.
Een algehele herziening van de hoogte van een uitkering op grond van deze wet in verband met een wijziging van het netto-minimumloon wordt samen met de dag waarop deze wijziging ingaat, door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.
3.
Een wijziging van een uitkering op grond van deze wet in verband met een wijziging van het netto-minimumloon vindt plaats zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
4.
De Sociale verzekeringsbank betaalt de gewijzigde uitkering, bedoeld in het derde lid, bij de eerst volgende uitkeringsbetaling nadat de wijziging, bedoeld in het derde lid, heeft plaatsgevonden.
5.
Met ingang van 1 januari 2025 wordt het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 2,5 procentpunt. Het gewijzigde percentage en de dag waarop de wijziging ingaat wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant. Dit lid vervalt op het moment dat het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde percentage de waarde van 100 heeft bereikt.