Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 1 [Begripsbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
24-05-2023, Stb. 2023, 202 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken: 35936)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 307 (uitgifte: 28-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- b.
premie voor de volksverzekeringen: de premie voor de volksverzekeringen, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen;
- c.
de Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- d.
nabestaande: de echtgenoot van degene, die op de dag van overlijden verzekerd is op grond van deze wet;
- e.
vervallen;
- f.
wezenuitkering: uitkering voor een kind dat ouderloos is geworden door het overlijden van degene die op de dag van overlijden verzekerd is op grond van deze wet;
- g.
lichaam: een rechtspersoon, een maat- en vennootschap, een samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid die met een vereniging kan worden gelijkgesteld, een onderneming van publiekrechtelijke rechtspersonen en een doelvermogen;
- h.
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;
- i.
gezamenlijke huishouding: een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3, tweede tot en met zesde lid;
- j.
hulpbehoevende: de persoon die vanwege ziekte of een of meer stoornissen van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard blijvend niet in staat is een eigen huishouding te voeren daar hij dagelijks is aangewezen op intensieve zorg van anderen;
- k.
gezamenlijke huishouding ten behoeve van de verzorging van een hulpbehoevende:
- 1°
de gezamenlijke huishouding van een nabestaande met een hulpbehoevende, indien de nabestaande of de overleden verzekerde een huishouding is gaan voeren met het doel de hulpbehoevende te gaan verzorgen; of
- 2°
de gezamenlijke huishouding van een nabestaande die hulpbehoevende is met een ander, indien de nabestaande een huishouding is gaan voeren met het doel door die ander te worden verzorgd;
- l.
rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen, behoudens de gevallen, bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten;
- m.
justitiële inrichting: een penitentiare inrichting, een instelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden of een inrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;
- n.
continentaal plat: de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, voor zover deze grenst aan de territoriale zee van Nederland;
- o.
vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel: een bij onherroepelijk geworden vonnis opgelegde vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht;
- p.
pensioengerechtigde leeftijd: de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet
- q.
uitreiziger: persoon ten aanzien van wie op grond van een melding van de opsporingsdiensten of inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gericht aan de Sociale verzekeringsbank, is gebleken dat het gegronde vermoeden bestaat dat deze persoon zich buiten Nederland bevindt met het doel om zich aan te sluiten bij een organisatie die is geplaatst op de lijst van organisaties, bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.