Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2019
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2088)
- Inwerkingtreding
29-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2088)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Milieurecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘financiëlemarktdeelnemer’:
- a)
een verzekeringsonderneming die een verzekeringsgerelateerd beleggingsproduct (IBIP) beschikbaar stelt;
- b)
een beleggingsonderneming die vermogensbeheer verstrekt;
- c)
een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV);
- d)
een ontwikkelaar van een pensioenproduct;
- e)
een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder);
- f)
een aanbieder van een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP-aanbieder);
- g)
een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) nr. 345/2013 is geregistreerd;
- h)
een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 346/2013 is geregistreerd;
- i)
een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe-beheermaatschappij); of
- j)
een kredietinstelling die vermogensbeheer verstrekt;
- 2)
‘verzekeringsonderneming’: een verzekeringsonderneming waaraan overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2009/138/EG een vergunning is verleend;
- 3)
‘verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct’ of ‘IBIP’:
- a)
een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct in de zin van artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1); of
- b)
een aan een professionele belegger ter beschikking gesteld verzekeringsproduct, waarmee een waarde op vervaldag of een afkoopwaarde wordt aangeboden, waarbij die waarde op vervaldag of afkoopwaarde geheel of gedeeltelijk is blootgesteld, direct of indirect, aan marktfluctuaties;
- 4)
‘beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling’ of ‘abi-beheerder’: een abi-beheerder in de zin van artikel 4, lid 1, punt b), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 5)
‘beleggingsonderneming’: een beleggingsonderneming in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 6)
‘vermogensbeheer’: vermogensbeheer in de zin van artikel 4, lid 1, punt 8, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 7)
‘instelling voor bedrijfspensioenvoorziening’ of ‘IBPV’: een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening die overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn (EU) 2016/2341 over een vergunning beschikt of in een register is ingeschreven, tenzij een lidstaat ervoor heeft gekozen artikel 5 van die richtlijn toe te passen op een instelling, of een instelling pensioenregelingen uitvoert die samen in totaal minder dan 15 deelnemers hebben;
- 8)
- 9)
‘pan-Europees persoonlijk pensioenproduct of ‘PEPP’: een product als bedoeld in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2019/1238;
- 10)
‘icbe-beheermaatschappij’:
- a)
een beheermaatschappij in de zin van artikel 2, lid 1, punt b), van Richtlijn 2009/65/EG, of
- b)
een beleggingsmaatschappij waaraan overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG een vergunning is verleend en die geen beheermaatschappij heeft aangewezen waaraan krachtens die richtlijn een vergunning is verleend voor het beheer ervan;
- 11)
‘financieel adviseur’:
- a)
een verzekeringstussenpersoon die verzekeringsadvies met betrekking tot IBIP's verstrekt;
- b)
een verzekeringsonderneming die verzekeringsadvies met betrekking tot IBIP's verstrekt;
- c)
een kredietinstelling die beleggingsadvies verstrekt;
- d)
een beleggingsonderneming die beleggingsadvies verstrekt;
- e)
een abi-beheerder die beleggingsadvies verstrekt overeenkomstig artikel 6, lid 4, punt b), i), van Richtlijn 2011/61/EU; of
- f)
een icbe-beheermaatschappij die beleggingsadvies verstrekt overeenkomstig artikel 6, lid 3, punt b), i), van Richtlijn 2009/65/EG;
- 12)
‘financieel product’:
- a)
een portefeuille die overeenkomstig punt 6 van dit artikel wordt beheerd;
- b)
een alternatieve beleggingsinstellingen (abi);
- c)
een IBIP;
- d)
een pensioenproduct;
- e)
een pensioenregeling;
- f)
een icbe, of
- g)
een PEPP;
- 13)
‘alternatieve beleggingsinstellingen’ ‘abi's’: abi's in de zin van artikel 4, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/61/EU;
- 14)
‘pensioenregeling’: een pensioenregeling in de zin van artikel 6, punt 2, van Richtlijn (EU) 2016/2341;
- 15)
‘instelling voor collectieve belegging in effecten’ of ‘icbe’: een instelling voor collectieve belegging in effecten die is toegelaten overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG;
- 16)
‘beleggingsadvies’: beleggingsadvies in de zin van artikel 4, lid 1, punt 4, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 17)
‘duurzame belegging’: een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan het bereiken van een milieudoelstelling, zoals gemeten aan de hand van bijvoorbeeld belangrijke hulpbronnenefficiëntie-indicatoren voor het gebruik van energie, hernieuwbare energie, grondstoffen, water en land, voor de productie van afval, en broeikasgasemissies, en voor het effect op de biodiversiteit en de circulaire economie, of een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan de verwezenlijking van een sociale doelstelling, met name een belegging die bijdraagt aan de aanpak van ongelijkheid, of die de sociale samenhang, de sociale integratie en de arbeidsverhoudingen bevordert, of een belegging in menselijk kapitaal of in economisch of sociaal achtergestelde gemeenschappen, mits deze beleggingen geen ernstige afbreuk doen aan die doelstellingen en de ondernemingen waarin is belegd praktijken op het gebied van goed bestuur volgen, met name wat betreft goede managementstructuren, betrekkingen met hun werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving;
- 18)
‘professionele belegger’: een cliënt die voldoet aan de criteria van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EU;
- 19)
‘retailbelegger’: een belegger die geen professionele belegger is;
- 20)
‘verzekeringstussenpersoon’: een verzekeringstussenpersoon in de zin van artikel 2, lid 1, punt 3, van Richtlijn (EU) 2016/97;
- 21)
‘verzekeringsadvies’: advies in de zin van artikel 2, lid 1, punt 15, van Richtlijn (EU) 2016/97;
- 22)
‘duurzaamheidsrisico’: een gebeurtenis of omstandigheid op ecologisch, sociaal of governancegebied die, indien ze zich voordoet, een werkelijk of mogelijk wezenlijk negatief effect op de waarde van de belegging kan veroorzaken;
- 23)
‘Eltif’: een Europese langetermijnbeleggingsinstelling waaraan overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2015/760 een vergunning is verleend.
- 24)
‘duurzaamheidsfactoren’: ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en van omkoping.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).